192. Iedere verandering van plaats in de geestelijke wereld geschiedt door veranderingen van staat van het innerlijk, zodat veranderingen van plaats niets anders zijn dan veranderingen van staat. Op deze wijze ben ook ik door de Heer in de hemelen en op de wereldbollen in het heelal gevoerd en wel naar de geest, terwijl mijn lichaam op dezelfde plaats bleef. Op deze wijze bewegen zich alle engelen van plaats tot plaats, zodat voor hen geen afstanden, en daarom ook geen ruimten bestaan, maar in plaats daarvan staten en veranderingen daarvan.