Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4982

Por Emanuel Swedenborg

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

4982. In alles wat hij had in het huis en in het veld; dat dit betekent in het leven en in de leer, staat vast uit de betekenis van het huis, namelijk het goede, waarover de nrs. 2048, 2233, 2234, 2559, 3128, 3652, 3720;

en omdat het huis het goede is, is het ook het leven; al het goede immers is van het leven; en uit de betekenis van het veld, namelijk het ware van de Kerk, waarover de nrs. 368, 3508, 3766, 4440, 4443;

en omdat het het ware van de Kerk is, is het ook de leer; al het ware immers is van de leer. Elders in het Woord wordt ook enige malen het huis en het veld genoemd en wanneer daar over de hemelse mens wordt gehandeld, wordt met het huis het hemels goede aangeduid en met het veld het geestelijk goede; het hemels goede is het goede van de liefde tot de Heer en het geestelijk goede is het goede van de liefde jegens de naaste; maar wanneer over de geestelijke mens wordt gehandeld, wordt met het huis het hemelse aangeduid dat bij hem is, dat het goede van de liefde jegens de naaste is en met het veld het geestelijke van hem, dat het ware van het geloof is, al deze dingen worden aangeduid bij Mattheüs:

‘Die op het dak van het huis is, klimme niet af om iets in zijn huis weg te nemen; en die in het veld is, kere niet weder achterwaarts om zijn kleed te nemen’, (Mattheüs 24:17, 18);

zie ook nr. 3652.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl