Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 89

Por Emanuel Swedenborg

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

89. Vers 4. Dit zijn de geboorten van de hemelen en van de aarde, als zij geschapen werden, ten dage als Jehovah God de aarde en de hemelen maakte.

De geboorten van de hemelen en van de aarde stellen de formering van de hemelse mens voor. Dat nu over zijn formering gehandeld wordt, blijkt duidelijk, ook uit de bijzonderheden die volgen. Zo bijvoorbeeld, dat nog geen kruid was uitgesproten, dat er nog geen mens was om de aardbodem te bouwen; vervolgens, dat Jehovah God de mens had geformeerd, en daarna al het gedierte en het gevogelte van de hemelen, terwijl deze toch reeds geformeerd waren, zoals in het voorgaande hoofdstuk behandeld is. Daarom is hier sprake van een andere mens, hetgeen ook nog hieruit blijkt, dat nu voor het eerst wordt gesproken van Jehovah God, maar in het voorgaande, toen het de geestelijke mens betrof, alleen van God. Verder wordt er nu gesproken van aardbodem en veld, in het voorgaande alleen van aarde. En dat in dit vers de hemel eerst wordt gesteld vóór aarde, en daarna aarde vóór hemel, vindt hierin zijn reden, dat de aarde de uiterlijke mens betekent en de hemel de innerlijke mens bij de geestelijke mens, in wie de hervorming begint met de aarde of de uiterlijke mens; hier echter, waar van de hemelse mens sprake is, begint zij vanuit de innerlijke mens of de hemel.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl