De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #7693

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

7693. In het ganse land van Egypte; dat dit betekent overal in het natuurlijke, staat vast uit de betekenis van het land van Egypte, dus het natuurlijk gemoed en het natuurlijke, nr. 7674.

Omdat met de sprinkhaan, waarover hier is gehandeld, het valse in het uiterste wordt aangeduid, dat wil zeggen, in het zinlijke van de mens, moet hier worden gezegd wat het zinlijke is, opdat men vandaar zal weten wat het valse in de uiterste dingen is; een zinlijk mens of degene die vanuit het zinlijke denkt en handelt, is hij die niet gelooft dan alleen dat wat zich aan de uitwendige zinnen voordoet en die alleen wordt geleid door lichamelijke lusten, wellusten, begeerten, maar niet door redenen; hij gelooft dat de zaken die genoemde dingen begunstigen, redenen zijn en omdat de zinlijke mens zodanig is, verwerpt hij daarom al het innerlijke, totdat hij het tenslotte zelfs niet genoemd wil hebben; vandaar ontkent hij in zijn hart alles wat van de hemel is en aan een leven na de dood gelooft hij in het geheel niet, omdat hij het leven alleen in het lichaam stelt; en daarom meent hij ook eender als de dieren te zullen sterven.

Hij denkt als het ware aan de oppervlakte, dat wil zeggen, in de laatste of uiterste sferen en weet volstrekt niet dat er een innerlijk denken bestaat volgens het doorvatten van het ware en het goede.

Dat hij dat niet weet en zelfs niet dat er een innerlijk mens bestaat, komt omdat zijn innerlijk naar omlaag schouwt tot de wereld, het lichaam en de aardse dingen, waarmee die één maken; vandaar zijn die innerlijke dingen ervan verwijderd van omhoog of om tot de hemel te schouwen, want zij zijn tegengesteld.

Omhoog of tot de hemel schouwen, is niet denken over de dingen die van de hemel zijn, maar die tot einddoel hebben, dat wil zeggen, die boven alle andere dingen liefhebben; waarheen zich immers de liefde keert, daarheen keren zich de innerlijke dingen van de mens en vandaar eveneens zijn denken.

Hieruit kan vaststaan hoedanig het zinlijke van de mens is, of het natuurlijke in de uiterste dingen, want een zinlijk mens wordt degene genoemd die vanuit het zinlijke denkt.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #7674

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

7674. Over het land van Egypte om de sprinkhaan; dat dit betekent, opdat het valse al het natuurlijke van de bestokers in beslag zal nemen, staat vast uit de betekenis van het land van Egypte, namelijk het natuurlijk gemoed, nrs. 5276, 5278, 5280, 5288, 5301; en dat Egypte het natuurlijke is, nrs. 6147, 6252; en uit de betekenis van de sprinkhaan, namelijk het valse in de uiterste dingen bij de aanvallende bestokers, nr. 7643.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5288

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

5288. En zette hem over het land van Egypte; dat dit betekent die in het natuurlijk gemoed alle dingen zullen ordenen, staat vast uit de betekenis van over iets zetten, namelijk iemand aanstellen die zal ordenen en dus eveneens ordenen; en uit de betekenis van het land van Egypte, namelijk het natuurlijk gemoed, nrs. 5276, 5278, 5279; onder ‘hem’ wordt hier de inzichtsvolle en de wijze man verstaan, met wie het ware en het goede wordt aangeduid; daaruit blijkt dat met die woorden wordt aangeduid dat het ware en het goede alle dingen in het natuurlijke zullen ordenen; het is ook het goede en het ware die alle en de afzonderlijke dingen in het natuurlijk gemoed ordenen; zij vloeien immers in vanuit het innerlijke en beschikken zo; wie niet weet hoe het gesteld is met het verstandelijk vermogen van de mens en hoe de mens de dingen kan beschouwen, die doorvatten, analytisch denken, daaruit gevolgtrekkingen maken en ze tenslotte overbrengen naar de wil en door de wil in de daad, verwondert zich geenszins over deze dingen; hij meent dat alle dingen zo op natuurlijke wijze vloeien, terwijl hij in het geheel niet weet, dat alle en de afzonderlijke dingen zijn vanuit de invloeiing door de hemel uit de Heer en dat de mens zonder die invloeiing niet in het minst kan denken en dat met het ophouden van die invloeiing alle denken ophoudt; vandaar weet hij ook niet dat het uit de Heer invloeiende goede alle dingen ordent en tot iets soortgelijks als een hemel vormt voor zoveel als de mens dit toestaat en dat vandaar het denken vloeit op een met de hemelse vorm overeenkomende wijze; de hemelse vorm is die vorm waarin de hemelse gezelschappen zijn geordend en de hemelse gezelschappen zijn geordend volgens de vorm die het goede en het ware aanbrengt dat uit de Heer voortgaat

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl