De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5939

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

5939. Doet dit: Laadt uw lastdieren; dat dit betekent dat zij elk ware met het goede zouden vullen, staat vast uit de betekenis van de lastdieren laden, namelijk de ware dingen vullen; en uit de betekenis van het koren waarmee de lastdieren geladen moesten worden, namelijk het goede van het ware, nrs. 5295, 5410;

dat de lastdieren hier de ware dingen zijn, komt omdat het ezels waren, (Genesis 42:26, 27; 43:18, 24; 44:3), waarmee de wetenschappelijke dingen worden aangeduid, nr. 5741;

en omdat met de ezels de wetenschappelijke dingen worden aangeduid en nu de verbinding heeft plaatsgevonden met het innerlijk goede door het bemiddelende, zijn het de wetenschappelijke ware dingen; daarom worden zij in plaats van ezels hier lastdieren genoemd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5402

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

5402. Dat er opbrengst in Egypte was; dat dit de gezindheid betekent om zich de ware dingen te verwerven door de wetenschappelijke dingen, die Egypte zijn, staat vast uit de betekenis van de opbrengst, namelijk de ware dingen van de Kerk of de ware dingen die van het geloof zijn; dat de overvloed van de opbrengst de vermenigvuldiging van het ware is, zie de nrs. 5276, 5280, 5292;

en uit de betekenis van Egypte, namelijk de wetenschappelijke dingen, waarover de nrs. 1164, 1165, 1186, 1462;

en dat het in de echte zin de wetenschappelijke dingen van de Kerk zijn, zie de nrs. 4749, 4964, 4966;

dat de gezindheid om zich die te verwerven, wordt aangeduid, ligt daarin opgesloten, zoals blijkt uit wat direct hierna volgt. Onder de wetenschappelijke dingen die van de Kerk zijn en die hier Egypte zijn, worden alle erkentenissen van het ware en het goede verstaan, voordat zij zijn verbonden met de innerlijke mens, of door de innerlijke mens met de hemel en dus zo door de hemel met de Heer; de leerstellige dingen van de Kerk en haar rituelen en ook de erkentenissen wat en hoe deze de geestelijke dingen uitbeelden en eendere dingen, zijn niets anders dan wetenschappelijke dingen, voordat de mens vanuit het Woord heeft gezien of zij waar zijn en die zich daaruit heeft toegeëigend. Er zijn twee wegen om de ware dingen die van het geloof zijn te verwerven, namelijk door de leerstellingen en door het Woord; wanneer de mens ze zich alleen verwerft door de leerstellige dingen, dan heeft hij geloof in degenen die deze dingen vanuit het Woord hebben geconcludeerd en hij bevestigt bij zichzelf dat zij waar zijn omdat anderen het zo hebben gezegd; dus gelooft hij die zaken niet vanuit zijn eigen geloof, maar vanuit dat van anderen; maar wanneer hij zich die dingen vanuit het Woord verwerft en vandaar bij zichzelf bevestigt dat zij waar zijn, dan gelooft hij ze omdat ze vanuit het Goddelijke zijn, dus vanuit het geloof uit het Goddelijke. Eenieder die binnen de Kerk is, verwerft zich eerst de ware dingen die van het geloof zijn, vanuit de leerstellingen en hij moet zich die eveneens daaruit verwerven, omdat hij nog niet over zo’n oordeel beschikt om die zelf vanuit het Woord te kunnen zien, maar dan zijn die ware dingen voor hem niet iets anders dan wetenschappelijke dingen; maar zij blijven, wanneer hij die vanuit zijn eigen oordeel kan bezien, indien hij dan niet het Woord raadpleegt ten einde daaruit te zien of ze waar zijn, bij hem als wetenschappelijke dingen; maar indien hij dan het Woord raadpleegt vanuit de aandoening en het doel om de ware dingen te weten en wanneer hij ze gevonden heeft, dan verwerft hij zich de dingen die van het geloof zijn, vanuit de echte bron en dan worden ze hem uit het Goddelijke toegeëigend. Het zijn deze en eendere dingen waarover hier in de innerlijke zin wordt gehandeld; Egypte immers zijn die wetenschappelijke dingen; Jozef is het ware uit het Goddelijke, dus het ware vanuit het Woord.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4964

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

4964. Heeft men doen nederdalen naar Egypte; dat dit betekent tot de wetenschappelijke dingen van die Kerk zijn, staat vast uit de betekenis van Egypte, namelijk de wetenschap of het wetenschappelijke in het algemeen, waarover de nrs. 1164, 1165, 1186, 1462; maar hoedanig dat wetenschappelijke was dat eigenlijk met Egypte wordt aangeduid, is nog niet ontvouwd. In de Oude Kerk waren leerstellige dingen en er waren wetenschappelijke dingen. De leerstellige dingen handelden over de liefde tot God en over de liefde jegens de naaste; de wetenschappelijke dingen echter over de overeenstemmingen van de natuurlijke wereld met de geestelijke wereld en over de uitbeeldende dingen van die geestelijke en hemelse dingen in de natuurlijke en aardse dingen; dit waren de wetenschappen van hen die in de Oude Kerk waren. Egypte behoorde tot die gebieden en tot die koninkrijken waar ook de Oude Kerk was, nrs. 1238, 2385; maar omdat daar vooral de wetenschappelijke dingen werden overgeleverd, wordt daarom met Egypte het wetenschappelijke in het algemeen aangeduid; en daarom wordt eveneens in het profetische Woord zo vaak over Egypte gehandeld en wordt daar onder Egypte een zodanig wetenschappelijke in het bijzonder verstaan. De Egyptische magie zelf had ook daaruit de oorsprong; zij kenden immers de overeenstemmingen van de natuurlijke wereld met de geestelijke, maar deze overeenstemmingen zijn daarna, nadat de Kerk bij hen had opgehouden, tot magische dingen misbruikt. Omdat nu zodanige wetenschappelijke dingen bij hen waren, namelijk die welke de overeenstemmingen en eveneens de uitbeeldende en de aanduidende dingen leerden en omdat deze leerstellige dingen van de Kerk van dienst waren, vooral tot het verstaan van de dingen die in hun Woord waren gezegd – dat de Oude Kerk zowel een profetisch als een historisch Woord heeft gehad, eender aan dit Woord, maar anders, nr. 2686 – komt het daarvandaan dat met, ‘Men heeft hem doen nederdalen naar Egypte’, wordt aangeduid, tot de wetenschappelijke dingen die van de Kerk zijn, omdat de Heer door Jozef wordt uitgebeeld en hier wordt gezegd dat men Jozef heeft doen nederdalen naar Egypte, zo wordt aangeduid dat de Heer, toen Hij Zijn Innerlijke Mens verheerlijkte, dat wil zeggen, Goddelijk maakte, Zich eerst doordrenkte van de wetenschappelijke dingen van de Kerk en uit die en door die voortgang maakte tot meer en meer innerlijke dingen en tenslotte tot de Goddelijke dingen; het behaagde Hem immers Zichzelf te verheerlijken of Goddelijk te maken volgens zo’n orde als waarin Hij de mens wederverwekt of geestelijk maakt, nrs. 3138, 3212, 3296, 3490, 4402, namelijk vanuit de uiterlijke dingen, die de wetenschappelijke dingen en de ware dingen van het geloof zijn, achtereenvolgens tot de innerlijke dingen, die de liefde jegens de naaste en de liefde tot Hem zijn. Daaruit blijkt wat er wordt aangeduid met deze woorden bij Hosea:

‘Als Israël een knaap was, toen heb Ik hem liefgehad en Ik heb Mijn Zoon uit Egypte geroepen’, (Hosea 11:1);

dat dit op de Heer betrekking heeft, zie, (Mattheüs 2:15).

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl