La Biblia

 

Jesaja 1:18

Estudio

       

18 Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.

De obras de Swedenborg

 

Ware Christelijke Religie #444

Estudiar este pasaje

  
/ 853  
  

444. Dat het zedelijke leven, wanneer het tevens geestelijk is, het leven van de naastenliefde is, komt omdat de verwerkelijking van het zedelijke leven en die van de naastenliefde dezelfde zijn. Want de naastenliefde is de naaste wel willen en vandaar wel met hem handelen, en dit behoort ook tot het zedelijke leven. De geestelijke wet is deze wet van de Heer: ‘Alle dingen, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; dit is de wet en de profeten’, (Mattheüs 7:12). Deze zelfde wet is de universele wet van het zedelijke leven. Maar werken van de naastenliefde op te sommen en deze te vergelijken met de werken van het zedelijke leven, zou een werk van vele bladzijden vullen. Ter verduidelijking mogen alleen de zes geboden van de tweede tafel van de wet van de Decaloog dienen, en dat deze de geboden van het zedelijke leven zijn, kan voor eenieder duidelijk zijn, en dat ze ook alle dingen behelzen die tot de liefde jegens de naaste behoren, zie men boven in nrs. 329, 330, 331. Dat de naastenliefde ze alle vervult, blijkt uit het volgende bij Paulus:

‘Hebt elkander lief; want die de ander liefheeft, die heeft de wet vervuld; want dit: Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; en zo er enig ander gebod is, wordt in dit woord samengevat: Gij zult de naaste liefhebben gelijk uzelf. De naastenliefde doet de naaste niet het boze; de volheid van de wet is de naastenliefde’, (Romeinen 13:8, 9, 10).

Degene die alleen vanuit de uitwendige mens denkt, kan niet anders dan verwonderd zijn dat de zeven geboden van de tweede tafel uit Jehovah op de berg Sinaď met zulk een groot wonder verkondigd werden, terwijl toch diezelfde geboden in alle rijken van de aarde, en dus ook in Egypte, vanwaar de zonen Israëls nog pas kort geleden gekomen waren, de geboden waren van de wet van de burgerlijke gerechtigheid, want zonder deze kan geen rijk bestaan blijven. Maar dat zij uit Jehovah verkondigd werden, en bovendien met Zijn vinger geschreven werden op de stenen tafelen, vond hierin zijn reden, dat zij niet alleen de geboden waren van de burgerlijke samenleving, en zo dus van het natuurlijk zedelijk leven, maar ook de geboden van het hemelse gezelschap, en dus ook van het geestelijk zedelijk leven; zodat daartegen handelen niet alleen is tegen de mensen handelen, maar ook tegen God.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.