8
Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en het verkeert de zaak der rechtvaardigen.
8
Ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de zienden, en het verkeert de zaak der rechtvaardigen.
7780. Tot de eerstgeborene van de dienstmaagd die achter de molens is, dat dit de vervalste waarheden van het geloof betekent die op de eerste plaats zijn, staat vast uit de betekenis van de eerstgeborene, namelijk het geloof, nr. 7779; en omdat dit het geloof is, is dit het ware in samenvatting, want het ware is van het geloof, omdat het geloofd moet worden; uit de betekenis van de dienstmaagd, namelijk de uiterlijke aandoening van het ware of de aandoening van de wetenschappen, nrs. 1895, 2567, 3835, 3849; de dienstmaagd achter de molens echter is de meest uiterlijke aandoening van de wetenschappen, want met achter de molens wordt datgene aangeduid wat op de laatste plaats is.
Er wordt gezegd achter de molens, omdat van molen wordt gesproken met betrekking tot geloofszaken; het graan wordt immers door molens fijngemalen tot meel en dan tot brood bereid; en met het meel wordt het ware aangeduid waaruit het goede is en met het brood het goede zelf dat daaruit is; zo is dus aan de molens zitten, zulke zaken aanleren die van dienst zullen zijn voor het geloof en door het geloof voor de naastenliefde en zich van die dingen doordrenken; vandaar komt het, dat de Ouden wanneer zij de eerste grondslagen van de leer van het geloof beschreven, die hebben beschreven met zitten aan de molens en de zaken die nog grover waren, met zitten achter de molens.
Omdat zulke dingen worden aangeduid, zegt daarom de Heer waar Hij over de laatste tijd van de Kerk onderwijst: ‘Twee zullen in de molen malen, de ene zal aangenomen worden en de andere zal verlaten worden’, (Mattheüs 24:41); deze woorden zouden nooit gezegd zijn, indien niet de molen de dingen betekende die van het geloof waren; wat de molen en malen in de innerlijke zin is, zie nr. 4335.
Wat de waarheden van het geloof aangaat die in de eerste plaats en die in de laatste plaats zijn, moet men weten dat de waarheden van het geloof die rechtstreeks voortgaan uit het goede van de naastenliefde, die zijn welke in de eerste plaats zijn, want zij zijn de goede dingen in vorm; de ware dingen echter die in de laatste plaats zijn, zijn naakte waarheden; wanneer immers de waarheden achtereenvolgens worden afgeleid, treden zij in elke graad van het goede terug en worden tenslotte naakte waarheden; zulke ware dingen zijn het die met de dienstmaagden achter de molens worden aangeduid.