З творів Сведенборга

 

Hemel en Hel #493

Вивчіть цей уривок

  
/ 603  
  

493. De eerste staat van de mens na de dood is gelijk aan die van de wereld, omdat hij dan nog in zijn uiterlijk is. Zijn gelaat is gelijk, zijn spraak is gelijk en zijn gesteldheid is gelijk, derhalve ook zijn zedelijk en burgerlijk leven. Hij weet daarom ook niet beter dan dat hij nog in de wereld is; tenzij hij let op hetgeen om hem heen voorvalt en op hetgeen de engelen hem hebben meegedeeld toen hij werd opgewekt, dat hij nu een geest is (zie nr. 450). ldus gaat het ene leven in het andere over en is de dood alleen de overgang.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

З творів Сведенборга

 

Apocalyps Onthuld #553

Вивчіть цей уривок

  
/ 962  
  

553. En ik hoorde een grote stem zeggende in de hemel: Nu is het heil en de macht en het koninkrijk geworden van onze God en de mogendheid van Zijn Christus, betekent de vreugde van de engelen van de hemel, dat nu de Heer-alleen in de hemel en in de Kerk regeert en dat degenen gezaligd worden die in Hem geloven.

Met de grote stem in de hemel wordt de vreugde van de engelen aangeduid en daarom volgt er, ‘hierom verheugt u, gij hemelen en gij die daarin woont’, vers 12; de stem wordt ook groot, omdat zij verhoogd wordt ten gevolge van de vreugde van het hart; geworden is het heil en de macht, betekent dat zij nu worden gezaligd vanuit de Goddelijke macht van de Heer; en het koninkrijk van onze God en de mogendheid van Zijn Christus, betekent, omdat de Heer-alleen in de hemel en de Kerk regeert, dat onder God wordt verstaan het Goddelijke Zelf, dat Jehovah Vader wordt genoemd en onder Christus Zijn Goddelijk Menselijke, dat de Zoon Gods wordt genoemd, zie eerder in nr. 520; en omdat het Goddelijke Zelf en het Goddelijk Menselijke van de Heer één zijn, zoals de ziel en het lichaam, zo volgt dat alleen de Heer regeert.

Dit wordt verstaan onder ‘het Evangelie des Koninkrijks’ en onder ‘het Koninkrijk Gods’, in (Mattheüs 3:2; 4:17, 23; 7:21, 22; 9:35; 11:11; 12:28; Markus 1:14, 15; 9:1; 15:43; Lukas 4:43; 8:1; 9:60; 10:8-11; 11:17, 18, 20; 16:16; 21:30, 31; 22:18; 23:50, 51).

Dat de Heer alle mogendheid heeft in de hemel en op aarde, blijkt duidelijk bij, (Mattheüs 28:18; Johannes 3:35; 17:2, 10).

Dat degenen gezaligd worden die in de Heer zijn en in wie de Heer is en dat het het Goddelijk Menselijke is, in Wie zij zijn, zie, (Johannes 14, 15, 17); en dat geen anderen worden gezaligd dan zij die in Hem geloven, staat vast uit deze plaatsen:

‘Zo velen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij mogendheid gegeven zonen Gods te zijn, die in Zijn naam geloven’, (Johannes 1:12).

‘Opdat eenieder die in de Zoon gelooft, niet verga, maar het eeuwige leven zal hebben’, (Johannes 3:15).

‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder die gelooft in Hem, het eeuwige leven zal hebben’, (Johannes 3:16).

‘Die gelooft in de Zoon wordt niet geoordeeld, die echter niet gelooft, is alreeds geoordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de Naam van de Eniggeboren Zoon van God’, (Johannes 3:18).

‘Die gelooft in de Zoon, die heeft het eeuwige leven; die echter de Zoon niet gelooft, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem’, (Johannes 3:36).

‘Die tot Mij komt, zal niet hongeren en die gelooft in Mij, zal nimmermeer dorsten. Voorwaar zeg Ik u: Die gelooft in Mij heeft het eeuwige leven’, (Johannes 6:33, 35, 47).

‘Indien gij niet geloofd zult hebben dat Ik ben, gij zult in uw zonden sterven’, (Johannes 8:24).

‘Jezus zei: Ik ben de Opstanding en het Leven; die gelooft in Mij, ook al sterft hij, zal leven; een elk die leeft en gelooft in Mij, zal niet sterven tot in het eeuwige’, (Johannes 11:25, 26; 6:38-40; 7:37, 38; 8:12; 12:36, 46).

Geloven in de Heer, is rechtstreeks tot Hem gaan en vertrouwen hebben dat Hijzelf zaligt; en omdat niemand vertrouwen kan hebben dan alleen degene die goed leeft, wordt daarom ook dit verstaan onder geloven in Hemzelf; zie eerder nr. 67.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

Біблія

 

Apocalyps 12:7

Дослідження

       

7 En er werd krijg in den hemel; Michael en zijn engelen krijgden tegen den draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen.