Біблія

 

Hosea 6

Дослідження

   

1 Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden.

2 Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.

3 Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.

4 Wat zal Ik u doen, o Efraim! wat zal Ik u doen, o Juda! dewijl uw weldadigheid is als een morgenwolk, en als een vroegkomende dauw, die henengaat.

5 Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen aan het licht.

6 Want Ik heb lust tot weldadigheid, en niet tot offer; en tot de kennis Gods, meer dan tot brandofferen.

7 Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam; daar hebben zij trouwelooslijk tegen Mij gehandeld.

8 Gilead is een stad van werkers der ongerechtigheid; zij is betreden van bloed.

9 Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren; zij moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden.

10 Ik zie een afschuwelijke zaak in het huis Israels; aldaar is Efraims hoererij, Israel is verontreinigd.

11 Ook heeft hij u, o Juda! een oogst gezet, als Ik de gevangenen Mijns volks wederbracht.

   

З творів Сведенборга

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1186

Вивчіть цей уривок

  
/ 10837  
  

1186. Dat Aschur de redenering is, blijkt uit de betekenis van Aschur of Assyrië in het Woord, waar het altijd genomen wordt voor die dingen, die tot de redenering behoren, in beiderlei zin, namelijk voor de dingen van de rede en voor redeneringen - door de rede en door de redelijke dingen wordt eigenlijk dat verstaan, wat waar is, door de redenering en de spitsvondigheden datgene wat vals is - omdat Aschur de rede en de redenering betekent, wordt het meestal aan Egypte toegevoegd, dat de wetenschappelijke dingen betekent, want de rede en de redenering komt uit wetenschappelijke dingen voort. Dat Aschur de redenering betekent, blijkt bij Jesaja:

‘Wee Aschur, roede van Mijn toorn, hij denkt het recht niet, en zijn hart overdenkt het rechte niet; hij zegt: in de kracht van mijn hand heb ik het gedaan, en in mijn wijsheid, want ik ben verstandig’, (Jesaja 10:5, 7, 13);

waar Aschur staat voor de redenering, van wie dan ook gezegd wordt, dat hij het rechte niet denkt en overdenkt, en waarom er aan wordt toegevoegd: door zijn wijsheid, want hij is verstandig.

Bij Ezechiël:

‘Twee vrouwen, dochters van één moeder, hoereerden in Egypte, in haar jeugd hoereerden zij; de ene hoereerde en verliefde op haar boelen, Aschur (de Assyriërs); die nabij waren, bekleed met hyacint, vorsten en overheden, allemaal gewenste jongelingen, ruiters, rijdende op paarden; de zonen van Babel kwamen tot haar, en verontreinigden haar met hun hoererij’, (Ezechiël 23:2, 3, 5, 6, 17);

waar Egypte voor de verzamelde kennis staat, Aschur voor de redenering, de zonen van Babel voor de valsheden uit begeerten.

Bij dezelfde:

‘Jeruzalem, gij hebt gehoereerd met de zonen van Egypte, gij hebt gehoereerd met de zonen van Aschur; gij hebt de hoererij vermenigvuldigd tot aan het land Kanaän naar Chaldea’, (Ezechiël 16:26, 28, 29);

Egypte staat hier op dezelfde wijze voor de wetenschappelijke dingen; Aschur voor de redenering; het redeneren vanuit de wetenschappelijke dingen over geestelijke en hemelse dingen wordt, zowel hier als elders in het Woord, hoererij genoemd; eenieder kan zien, dat geen hoererij met Egyptenaren en met Assyriërs is bedoeld.

Bij Jeremia:

‘Israël, wat hebt ge te doen met de weg van Egypte, om de wateren van Schihar te drinken, en wat hebt ge met de weg van Aschur te doen, om de wateren van de rivier (de Eufraat) te drinken’, (Jeremia 2:18, 36);

op dezelfde wijze Egypte voor de wetenschappelijke dingen, en Aschur voor de redenering.

Bij dezelfde:

‘Israël is een verstrooide kudde, leeuwen hebben hem verjaagd, het eerst heeft de koning van Aschur hem opgegeten, en deze de laatste, de koning van Babel, heeft hem de benen verbrijzeld’, (Jeremia 50:17, 18);

Aschur voor de redenering over geestelijke dingen.

Bij Micha:

‘Deze vrede zal zijn, wanneer Aschur in ons land zal komen, en wanneer hij onze paleizen vertreden zal hebben, en wij zullen tegen hem stellen zeven herders, en acht vorsten van mensen, en zij zullen het land van Aschur afweiden met het zwaard en het land van Nimrod in dezelfde poorten, en hij zal bevrijden van Aschur, wanneer hij in ons land zal komen, en wanneer hij onze grenzen zal betreden’, (Micha 5:4, 5);

waar van Israël of van de geestelijke Kerk sprake is, waarvan gezegd wordt, dat Aschur, dat wil zeggen, de redenering, daar niet binnen zal gaan; het land van Nimrod staat voor zo’n godsdienst als door Nimrod is aangeduid, waarin innerlijke boosheden en valsheden zijn. Dat Aschur in het Woord ook de rede betekent, welke bij de mens van de Kerk is, waardoor hij het ware en goede doorziet, blijkt bij Hosea:

‘Zij zullen beven als een vogel uit Egypte, en als een duif uit het land van Aschur’, (Hosea 11:11);

waar Egypte staat voor de wetenschap van de mens van de Kerk en Aschur voor diens rede; dat de vogel het verstandelijk wetenschappelijke is, en de duif het redelijk goede, is al eerder aangetoond.

Bij Jesaja:

‘Te dien dage zal er een pad zijn van Egypte naar Aschur, en Aschur zal komen naar Egypte, en Egypte naar Aschur, en de Egyptenaren zullen Aschur dienen. Te dien dage zal Israël de derde wezen voor Egypte en Aschur, een zegen in het midden van het land, dat Jehovah Zebaoth zal zegenen, zeggende:

‘Gezegend zij Mijn volk Egypte, en het werk van Mijn handen Aschur, en Mijn erfdeel Israël’, (Jesaja 19:23, 24, 25);

waar van de geestelijke Kerk, Israël, sprake is; haar rede is Aschur, en haar wetenschap Egypte; deze drie maken de verstandelijke dingen van de mens van de geestelijke Kerk uit, in deze volgorde. Ook elders waar Aschur genoemd wordt, betekent dit het redelijk ware of valse, zoals bij, (Jesaja 20:1 tot het einde; 23:13; 27:13; 30:31; 31:8; 36 en 37; 52:4; Ezechiël 27:23, 24; 32:22; 31:3 tot het einde; Micha 7:12; Zefanja 2:13; Zacharia 10:11; Psalm 83:9);

Aschur voor de redenering; bij Hosea 5:13; 7:11; 10:6; 11:5; 12:2; 14:4;

en bij Zacharia 10:10);

waar het met betrekking tot Efraïm wordt genoemd, door wie het verstandelijke wordt aangeduid, maar daar het verkeerde.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Біблія

 

Jesaja 19:23

Дослідження

       

23 Te dien dage zal er een gebaande weg wezen van Egypte in Assyrie, dat de Assyriers in Egypte, en de Egyptenaars in Assyrie komen zullen; en de Egyptenaars zullen met de Assyriers den Heere dienen.