Biblija

 

Joël 2:15

Studija

       

15 Blaast de bazuin te Sion, heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit.

Biblija

 

Exodus 34:6

Studija

       

6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht voorbijging, zo riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid.

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9726

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

9726. En maken zult gij het een rooster, een netwerk; dat dit het zinlijke betekent, dat het laatste is, staat vast uit de betekenis van een rooster van netwerk, namelijk het uiterlijk zinlijke, dus dat wat het laatste van het leven bij de mens is; en omdat het het laatste was, was het daarom ook rondom het altaar gezet; dit zinlijke werd uitgebeeld door een rooster, aangezien het als het ware eerst zeeft en zift de dingen die bij de mens binnenkomen en zich aan het verstand en de wil tonen, dus de waarheden en de goedheden; als het zinlijke vanuit het goede is, dan laat het niet dan alleen de goedheden toe en de waarheden die vanuit het goede zijn en dan verwerpt het de boosheden en de valsheden die vanuit het boze zijn.

Het zinlijke immers is het waarnemende en het sensitieve zelf van het verstand en de wil in uitersten, geheel en al tot de aandoeningen ervan geformeerd.

Hoedanig dit is, kan door zeer vele dingen in het lichaam worden toegelicht: overal in de uiterste vormen van het lichaam zijn netwerken en als het ware roosters, die de uit de wereld aanspoelende dingen zeven, door de passende toe te laten vanuit het verlangen en door de niet-passende te verwerpen vanuit afkeer.

Zulke hoogste verfijnde vormen zijn in de maag, die volgens de verlangens vanwege de nutten de passende dingen van de chijl in het bloed toelaten en volgens de afkeer vanwege de nadelen, de niet-passende dingen verwerpen.

Met het zinlijke, dat het laatste van het leven van de mens is, is het evenzo gesteld, maar dit is bij de mens geheel en al te gronde gegaan; de oorzaak hiervan is dat dit het dichtst naar de wereld uitstaat en daarom het laatste is dat wordt wederverwekt en tot aan dit toe nauwelijks iemand heden ten dage kan worden wederverwekt.

Hoedanig dus bij deze mensen het zinlijke is, zie daarvoor wat eerder in de volgende nummers is getoond, nrs. 4009, 5077, 5081, 5084, 5094, 5125, 5128, 5580, 5767, 5774, 6183, 6201, 6310-6318, 6564, 6598, 6612, 6614, 6622, 6624, 6844, 6845, 6948, 6949, 7442, 7645, 7693, 9212, 9216.

De mens wordt daarom door de Heer hieruit naar het innerlijke opgeheven, opdat hij de waarheden die uit het geloof zijn en de goedheden die uit de liefde zijn, zal zien en vatten.

Het zinlijke echter, dat met het rooster van netwerk rondom het altaar wordt aangeduid, is het Zinlijke van het Goddelijk Menselijke van de Heer; het altaar immers is het uitbeeldende van de Heer en van de eredienst van Hem uit het goede van de liefde, nr. 9714.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl