4300. En de zon rees hem op; dat dit de verbinding van de goede dingen betekent, staat vast uit de betekenis van het verrijzen van de zon, namelijk de verbinding van de goede dingen; dat door het opgaan van de dageraad wordt aangeduid dat de verbinding nabij is of aanvangt, zie nr. 4283; hieruit volgt dat het verrijzen van de zon de verbinding zelf is; want de zon betekent in de innerlijke zin de hemelse liefde, nrs. 1529, 1530, 2441, 2495, 3636, 3643, 4060; dus de goede dingen, want deze zijn van die liefde; wanneer de hemelse liefde zich bij de mens openbaart, dat wil zeggen, wanneer zij wordt bemerkt, dan wordt er gezegd dat de zon hem verrijst, want dan worden de goede dingen van die liefde met hem verbonden.

7992. 'For all the children of Israel (to observe] throughout their generations' means those belonging to the spiritual Church among whom there is good resulting from truth and truth springing from good. This is clear from the representation of 'the children of Israel' as those belonging to the spiritual Church, dealt with often; and from the meaning of 'generations' as matters of faith and charity, dealt with in 2010, 2584, 6239. Those among whom there is good resulting from truth and truth springing from good are accordingly meant; for people belonging to the spiritual Church are led through the truth of faith into the good of charity, and having been led into good are then led from good to truths. Those led from good to truths are people who constitute the internal Church, whereas those led through truth into good are people who constitute the external Church.