De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4298

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

De obras de Swedenborg

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Estudiar este pasaje

  
/ 325  
  

Hasta ahora, esta traducción contiene pasajes hasta #325. Es probable que todavía sea un trabajo en progreso. Si pulsas la flecha de la izquierda, encontrarás ese último número que ha sido traducido.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

De obras de Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #8668

Estudiar este pasaje

  
/ 10837  
  

8668. En Mozes vertelde zijn schoonvader alles wat Jehovah aan farao en aan de Egyptenaren had gedaan; dat dit betekent de doorvatting toen, uit het Goddelijk Ware ten aanzien van de macht van het Goddelijk Menselijke van de Heer tegen hen die in valsheden waren en bestookten, staat vast uit de betekenis van Mozes vertelde, te weten de doorvatting uit het Goddelijk Ware; dat vertellen doorvatten is, zie nr. 3209 en dat Mozes het Goddelijk Ware is, nrs. 6752, 6771, 7010, 7014, 7382; uit de uitbeelding van de schoonvader van Mozes, namelijk het Goddelijk Goede waaruit het goede is verbonden met het Goddelijk Ware; nrs. 8643. 8644; uit de betekenis van alles wat Jehovah had gedaan, dus hetgeen aan de zonen Israëls was gedaan in Egypte en daarna in de woestijn; en omdat dit in de innerlijke zin de gebeurtenissen behelzen die hadden plaatsgevonden bij hen die van de geestelijke Kerk van de Heer waren en in de lagere aarde waren vastgehouden totdat de Heer het Menselijke in Zich had verheerlijkt, wordt daarom met die woorden de doorvatting ten aanzien van de macht van het Goddelijk Menselijke van de Heer aangeduid.

Dat zij die van de geestelijke Kerk van de Heer waren, in de lagere aarde waren vastgehouden en ten gevolge van de macht van het Goddelijk Menselijke van de Heer werden gezaligd, zie de nrs. 6854, 7035, 7091, 7828, 8018, 8054, 8099, 8321; en uit de uitbeelding van farao en van de Egyptenaren, dus degenen die in valsheden waren en bestookten, nrs. 7097, 7107, 7110, 7126, 7142, 7220, 7228, 7317.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl