Goddelijke Voorzienigheid #45

Por Emanuel Swedenborg

Estudiar este pasaje

  
/ 340  
  

45. Aangezien de Goddelijke Voorzienigheid van de Heer tot einddoel heeft de hemel vanuit het menselijk geslacht, volgt dat zij tot einddoel heeft de verbinding van het menselijk geslacht met Zich, waarover n. 28-31. Voorts, dat zij tot einddoel heeft dat de mens nader en nader verbonden zal worden met Hemzelf, waarover n. 32, 33; zo immers heeft de mens de hemel innerlijker, alsmede dat zij tot einddoel heeft dat de mens door die verbinding wijzer zal worden, waarover n. 34-36; en dat hij gelukzaliger zal worden, waarover n. 37-41; en omdat de hemel voor de mens is vanuit de wijsheid, en volgens die; en daardoor ook de gelukzaligheid. En tenslotte dat zij tot einddoel heeft dat het de mens meer onderscheiden zal toeschijnen dat hij van zichzelf is, en toch duidelijker bemerkt dat hij van de Heer is, waarover n. 42-44. Al deze dingen zijn van de Goddelijke Voorzienigheid van de Heer, omdat al deze dingen de hemel zijn, welke tot einddoel strekt. De Goddelijke Voorzienigheid van de Heer beschouwt in al hetgeen zij doet, het oneindige en het eeuwige.

  
/ 340  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl