Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3018

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

3018. Vers 2. En Abraham zei tot zijn knecht, de oudste van zijn huis, de bedienaar van alles, wat hij had: Leg, ik bid u, uw hand onder mijn dij. Abraham zei tot zijn knecht, de oudste van zijn huis, betekent de ordening en de invloeiing van de Heer in Zijn Natuurlijke, hetgeen ‘de knecht, de oudste van het huis’ is; de bedienaar van alles wat hij had, betekent de diensten van de natuurlijke mens; leg, ik bid u, uw hand onder mijn dij, betekent de verplichting daarvan ten aanzien van het vermogen tot het goede van de echtelijke liefde.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3029

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

3029. Dat de woorden ‘De knecht zei tot hem’ de innerlijke gewaarwording van de Heer ten aanzien van de natuurlijke mens betekenen, blijkt uit de betekenis van zeggen, te weten gewaarworden, waarover de nrs. 1791, 1815, 1819, 1822, 1898, 1919, 2080, 2506, 2515, 2552;

en uit de betekenis van de knecht hier, namelijk de natuurlijke mens, waarover eerder de nrs. 3019, 3020; al wat in de natuurlijke mens plaatsvindt en wat de hoedanigheid van de natuurlijke mens is, wordt in de redelijke mens waargenomen, want wat in de mens lager is wordt waargenomen door dat wat hoger is, zie nr. 2654. Dit is de reden, dat de woorden ‘de knecht zei tot hem’ de innerlijke gewaarwording van de Heer betekenen ten aanzien van de natuurlijke mens.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #1819

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

1819. Dat ‘Hij zei: Heer Jehovih’ een zekere samenspraak van de innerlijke mens met de binnenste mens betekent, blijkt uit hetgeen in het vorige vers is gezegd door deze woorden ‘Jehovah zei tot hem’; en verder uit hetgeen in vers 2 van dit hoofdstuk over de Heer Jehovih is gezegd, namelijk dat het een samenspreken is van de innerlijke mens met de binnenste, of met Jehovah; vooral wanneer Hij in verzoeking was.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl