2922. Dat de woorden ‘in de keur onzer graven’ het welbehagen betekenen ten aanzien van de wederverwekking, blijkt uit de betekenis van uitverkiezen, van keur en van het uitverkorene, behorend tot het begeerde of het welbehagen; en uit de betekenis van het graf, namelijk de opstanding en de wederverwekking, waarover eerder in nr. 2916.