24
En de dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen van most en olie overlopen.
3409. Dat de woorden ‘en veel dienstvolk’ het daaruit voortvloeiende ware betekenen, blijkt uit de betekenis van het dienstvolk, , namelijk al wat beneden is, wat ondergeschikt is en wat gehoorzaamt, waarover de nrs. 1713, 2541, 3019, 3020, dus het ware, omdat dit uit het goede is en het goede dient; hierover is eerder reeds veel gehandeld.