Biblija

 

Genesis 38:4

Studija

       

4 Daarna werd zij weder bevrucht, en baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Onan.

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4921

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

4921. En de vroedvrouw nam; dat dit het natuurlijke betekent, staat vast uit de betekenis van de vroedvrouw, namelijk het natuurlijke, nr. 4588; hoe het hiermee is gesteld, zal blijken uit wat volgt. Dat de vroedvrouw in de geestelijke wereld iets anders betekent dan in de natuurlijke wereld, kan hieruit vaststaan dat alle dingen die van de baring zijn, dus de dingen die van de verloskunde zijn, daar niet zijn; daaruit blijkt dat de engelen die bij de mens zijn, wanneer hij deze woorden leest, in plaats van de vroedvrouw iets anders doorvatten en wel iets dat geestelijk is. Dus doorvatten de engelen, omdat zij hun ideeën houden in de dingen die van de geestelijke baring zijn, dus met de vroedvrouw datgene wat die baring bijstaat en overneemt; dat dit het natuurlijke is, zie nr. 4588.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4530

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

4530. In het andere leven zijn ook kleuren te zien die in glans en fonkeling de luister van de kleuren in de wereld dermate overtreffen, dat er nauwelijks een vergelijking mogelijk is; zij zijn uit de schakering van het licht en van de schaduw daar; en omdat het daar het inzicht en de wijsheid uit de Heer is, wat zoals licht voor de ogen van engelen en geesten verschijnt en tevens innerlijk hun verstand verlicht, zijn de kleuren daar in wezen wisselingen, of om anders te zeggen aanpassingen van inzicht en wijsheid. De kleuren daar, niet alleen die waarmee de bloemen getooid, de atmosferen verlicht en de regenbogen gevarieerd worden, maar ook die welke zich in andere vormen van elkaar onderscheiden vertonen, zijn aan mij zo vaak verschenen, dat het aantal keren nauwelijks is te tellen; de glans hebben ze vanuit het ware dat van het inzicht is en de fonkeling vanuit het goede dat van de wijsheid is en de kleuren zelf vanuit het blanke en het duistere ervan, dus vanuit het licht en de schaduw zoals de kleuringen in de wereld. Vandaar komt het dat de kleuren die in het Woord worden vermeld, zoals die welke van de edelstenen op de borstlap van Aharon waren en op zijn klederen der heiligheid en die in de gordijnen van de tent waar de ark was en die in de stenen van het fundament van het Nieuwe Jeruzalem, waarover bij Johannes in de Openbaring en elders, zulke dingen uitbeeldden die van het inzicht en de wijsheid zijn. Wat ze echter elk afzonderlijk uitbeelden, zal door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer in de ontvouwingen gezegd worden. Voor zoveel als in het algemeen de kleuren daar glans hebben en dit uit het blanke trekken, voor zoveel hebben en trekken zij uit het ware dat van het inzicht is en voor zoveel als zij flonkering hebben en uit het purper trekken, voor zoveel hebben en trekken zij uit het goede dat van de wijsheid is; zij die daaruit de oorsprong afleiden, behoren ook tot de gebieden van de ogen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl