Biblija

 

Ezechiël 9:8

Studija

       

8 Het geschiedde nu, als zij hen geslagen hadden, en ik overgebleven was, dat ik op mijn aangezicht viel, en riep, en zeide: Ach, Heere Heere, zult Gij al het overblijfsel van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten over Jeruzalem?

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9018

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

9018. En wie een man steelt en hem verkoopt; dat dit de toepassing van het ware van het geloof op het boze en de vervreemding betekent, staat vast uit de betekenis van de man stelen, namelijk de toepassing van het ware van het geloof op het boze; dat de man, hier de man uit de zonen Israëls, het ware van het geloof is, zie de nrs. 5414, 5879, 5951, 7957, 9007; en dat stelen de toepassing ervan op het boze is, nr. 5135; en uit de betekenis van verkopen, dus het vervreemden, waarover de nrs. 4098, 4752, 4758, 5886.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl