Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #10534
10534. Vers 4-6. En het volk hoorde dit boze woord en zij rouwden en zij legden niet, eenieder, zijn versiersel op zich. En Jehovah zei tot Mozes: Zeg tot de zonen Israëls; Gij een volk hard van nek; zou Ik in één ogenblik in het midden van u opklimmen en Ik zou u verteren; en nu, doe neerdalen uw versiersel van op u en Ik zal bekennen wat Ik u zal doen. En de zonen Israëls rukten hun versiersel af, van de berg Horeb.
En het volk hoorde dit boze woord en zij rouwden, betekent hun smart vanwege het niet uitmunten boven de anderen; en zij legden niet, eenieder, zijn versiersel op zich, betekent het hoedanige van hun uiterlijke, dat het zonder het Goddelijke was; en Jehovah zei tot Mozes, betekent het onderricht; zeg tot de zonen Israëls: Gij, een volk hard van nek, betekent dat die natie de invloeiing uit het Goddelijke niet zou opnemen; zou Ik in één ogenblik in het midden van u opklimmen en Ik zou u verteren, betekent dat zij zouden vergaan indien het Goddelijke bij hen invloeide; en nu, doe uw versiersel neerdalen van op u, betekent het hoedanige van hun uiterlijke, dat het zonder het Goddelijke is; en Ik zal bekennen wat Ik u zal doen, betekent dat zo bij hen iets kan bestaan; en de zonen Israëls rukten hun versiersel af, betekent de beroving van het Goddelijk Ware in de uiterlijke dingen bij hen; van de berg Horeb, betekent in de uiterlijke dingen van de eredienst, van de Kerk en van het Woord.