6786. En de kudde van kleinvee gedrenkt; dat dit betekent degenen die van de Kerk daar waren, staat vast uit de betekenis van de kudde van kleinvee, namelijk zij die in het goede zijn en die zich laten onderrichten, nrs. 343, 3772, 5913, 6048, hier zij die van de Kerk daar waren en dat dezen diegenen zijn die in het ware van het eenvoudig goede zijn en met Midian worden aangeduid, is eerder getoond.
De kudde van kleinvee duidt zowel het goede als de Kerk aan, dat wil zeggen, degenen die in het goede zijn en van de Kerk, want die zijn zo verbonden dat het ene niet van het andere kan worden gescheiden; wie immers in het goede van het geloof is, die is een Kerk en wie een Kerk is, die is in het goede van het geloof.