Bibliorum

 

Genesis 43:25

Study

       

25 En zij bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op den middag; want zij hadden gehoord, dat zij aldaar brood eten zouden.

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5708

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

5708. Met vijf maten; dat dit betekent dat het veel vermeerderd werd, staat vast uit de betekenis van vijf, namelijk veel, waarover hierna; en uit de betekenis van de maten, namelijk de staten van het ware vanuit het goede, nr. 3104. Wat vijf betreft, het is een getal dat slechts weinig en verder iets betekent, maar ook veel; de betekenis ervan vloeit voort uit de betrekking tot het getal waaruit het is, nr. 5291; wanneer het uit tien is, dan sluit het iets eenders in als tien, maar in een mindere graad; het is immers de helft van het getal tien; want zoals de vermenigvuldigde getallen iets eenders betekenen als de enkelvoudige getallen ervan, nrs. 5291, 5335, zo betekenen dus de gedeelde getallen iets eenders als de vermenigvuldigde, zoals 5 iets eender als 10 en eveneens als 20 en ook 100 en als 1000 enzovoort; dat tien het volle is, zie de nrs. 3107, 4638; vijf maten werden aan Benjamin meer gegeven dan aan zijn overige broers ter wille van de betekenis van de zaak in de innerlijke zin, omdat niet tien maten gegeven konden worden, want deze zouden zeer overvloedig geweest zijn; ook wisten de Ouden door overleveringen uit de Oudste Kerk, wat sommige getallen betekenden; daarom pasten zij die getallen toe wanneer zich iets zodanigs voordeed en waartoe de aanduiding van getallen van dienst was, zoals hier vijf; en in andere gevallen pasten zij verschillende andere getallen toe, zoals drie, wanneer het volle vanaf het begin tot het einde, zeven wanneer het heilige, twaalf wanneer alle dingen in hun samenvatting zou worden aangeduid.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3104

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

3104. Dat de woorden ‘welker gewicht was een halve sikkel’ betekenen, zoveel als nodig voor de inwijding, blijkt uit de betekenis van de sikkel, de halve sikkel en het gewicht. Dat de sikkel de prijs of de waardering van het goede en ware is en dat de halve sikkel de bepaling van de hoeveelheid daarvan is, zie nr. 2959.

Dat het gewicht de staat van iets ten aanzien van het goede betekent, zal hierna worden gezien. Hieruit blijkt duidelijk, dat een gewicht van een halve sikkel de hoeveelheid betekent en insluit ten aanzien van het goede en dat dit wordt verstaan onder de gouden spang. Dat het is ter inwijding volgt uit hetgeen voorafgaat en volgt. Dat het gewicht de staat van iets is ten aanzien van het goede, blijkt duidelijk uit de volgende plaatsen in het Woord; bij Ezechiël:

‘De profeet zou eten spijze bij gewicht, twintig sikkelen daags en water drinken naar maat, het zesde deel van een hin; want zie, Ik breek de staf des broods in Jeruzalem, dat zij het brood met gewicht zullen eten en met kommer en de wateren met maat en met verbaasdheid zullen drinken, opdat zij des broods en des waters gebrek hebben’, (Ezechiël 4:10, 11, 16, 17), waar wordt gehandeld over de verwoesting van het goede en ware, waarvan een uitbeeldingen werd gegeven door de profeet. De staat van het verwoeste goede wordt daarmee aangeduid, dat zij spijs en brood zullen eten bij gewicht en de staat van het verwoeste ware daarmee, dat zij het water naar maat zullen drinken. Dat het brood het hemelse is, dus het goede, zie de nrs. 276, 680, 2165, 2177;

en dat het water het geestelijke is, dus het ware, zie de nrs. 739, 2702, 3058. Hieruit blijkt duidelijk, dat het gewicht betrekking heeft op het goede en de maat op het ware.

Bij dezelfde:

‘Weegschalen der gerechtigheid, een efa der gerechtigheid en een bath der gerechtigheid zal er zijn’, (Ezechiël 45:10);

waar gehandeld wordt over het heilige land, waarmee het rijk van de Heer in de hemelen wordt aangeduid; dit kan men weten uit de bijzonderheden daar die door de profeet zijn vermeld; daar zullen geen weegschalen, efa en bath zijn, maar goedheden en waarheden, die worden aangeduid door deze gewichten en maten.

Bij Jesaja:

‘Wie heeft de wateren in Zijn vuist gemeten en de hemelen bereid met de palm en heeft met een drieling het stof der aarde begrepen en de bergen gewogen in een waag en de heuvelen in een weegschaal’, (Jesaja 40:12);

de bergen wegen in een waag en de heuvels in een weegschaal, wil zeggen dat van de Heer de hemelse dingen van de liefde en van de naastenliefde komen en dat Hij alleen hun staat beschikt. Dat de bergen en heuvels, waarop deze gewichten betrekking hebben, de hemelse dingen van de liefde zijn, zie de nrs. 795, 796, 1430, 2722.

Bij Daniël:

‘Het schrift op de wand van het paleis van Belsazar: Mene, Mene, Thekel, Upharsin; dit is de uitleg: Mene, God heeft uw koninkrijk geteld en Hij heeft het voleind; Thekel, gij zijt in weegschalen gewogen en gij zijt in gebreke gevonden; Perez, uw koninkrijk is verdeeld en het is de Meed en de Pers gegeven’, (Daniël 5:25-28) waar mene of ‘Hij heeft geteld’ betrekking heeft op het ware, maar thekel of ‘in weegschalen gewogen’ op het goede; in de innerlijke zin wordt hier gehandeld over de voleinding.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl