Bibliorum

 

Amos 1:1

Study

   

1 De woorden van Amos, die onder de veeherderen was van Thekoa, dewelke hij gezien heeft over Israel, in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israel; twee jaren voor de aardbeving.

from the Writings of Emanuel Swedenborg

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4172

Studere hoc loco

  
/ 10837  
  

4172. Ik heb het schadeloos gesteld; dat dit betekent dat daaruit het goede voortkwam, staat vast uit de betekenis van schadeloos stellen, namelijk vergoeden, hier het goede daaruit. Met het boze van de schuld en met het boze dat niet van de schuld is, die worden aangeduid door het lijk en het verscheurde, waarover hiervoor, is het als volgt gesteld: het boze van de schuld of het boze dat de mens zich door het daadwerkelijke leven heeft aangewend en ook met het denken tot aan het geloof en de overreding toe heeft bevestigd, kan niet verbeterd worden, maar dit blijft tot in het eeuwige; maar het boze dat niet van de schuld is en dat de mens niet met het denken bevestigd en waartoe hij zich niet van binnen overreed heeft, blijft weliswaar, maar kleeft slechts in de uiterlijke dingen, want het dringt niet tot de innerlijke dingen door en het verdraait de innerlijke mens niet; zodanig is het boze waardoor het goede komt, want de innerlijke mens, die nog niet is aangedaan en instemt, kan het in de uiterlijke mens als het boze zien en zo kan het verwijderd worden; en omdat de innerlijke mens het kan zien, kan hij daardoor dan tevens het goede helderder zien, want vanuit het tegenovergestelde verschijnt het goede helderder dan vanuit het niet tegenovergestelde en ook wordt hij daarna op meer voelbare wijze door het goede aangedaan; dit nu is het wat wordt verstaan onder het goede daaruit.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl