2
En ook zult gij uw broederen, den stam van Levi, den stam uws vaders, met u doen naderen, dat zij u bijgevoegd worden, en u dienen; maar gij, en uw zonen met u, zult zijn voor de tent der getuigenis.
27
Zo woonde Israel in het land van Egypte, in het landGosen; en zij stelden zich tot bezitters daarin, en zij werden vruchtbaar en vermeerderden zeer.