Biblija

 

Genesis 7:7

Studija

       

7 Zo ging Noach, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem in de ark, vanwege de wateren des vloeds.

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #798

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

798. Dat de woorden ‘Vijftien ellen daarboven namen de wateren de overhand, en bedekten de bergen’ betekenen, dat er niets meer van de naastenliefde over was, en dat vijftien zo weinig betekent, dat het nauwelijks iets is, kan blijken uit de betekenis van het getal vijf, waarover in het vorige hoofdstuk 6, vers 15 is gehandeld, alwaar is aangetoond dat vijf in de stijl van het Woord, of in de innerlijke zin, de betekenis heeft van weinig. Daar nu het getal vijftien is samengesteld uit vijf, dat weinig betekent, en uit tien, dat de overblijfselen betekent, zoals in het vorige hoofdstuk 6 vers 3 is aangetoond, heeft dit getal betrekking op de overblijfselen, welke bij hen nauwelijks meer iets waren; want de zelfoverredingen van het valse waren zo groot, dat zij al het goede verstikten. Met de overblijfselen van de mens is het, als eerder gezegd, als volgt gesteld, dat de beginselen van het valse, en meer nog de zelfoverredingen van het valse, van dien aard als zij waren bij de mensen voor de vloed, de overblijfselen geheel insloten en afsloten, zodat zij niet meer tevoorschijn konden komen, en wanneer zij tevoorschijn gebracht waren, zouden zij terstond zijn vervalst; want het leven van de overredingen is van dien aard, dat het niet alleen al het ware verwerpt en al het valse opzuigt, maar ook al het ware dat het tegenkomt, verdraait.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl