17
En Kain bekende zijn huisvrouw, en zij werd bevrucht en baarde Henoch; en hij bouwde een stad, en noemde den naam dier stad naar den naam zijns zoons, Henoch.
27
Komt, en laat ons hem aan deze Ismaelietenverkopen, en onze hand zij niet aan hem; want hij is onze broeder, onsvlees, en zijn broederen hoorden hem.