14
Toen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.
2340. Dat de woorden ‘en Zij kwamen tot zijn huis’ de bevestiging in het goede betekenen, blijkt uit de betekenis van het huis, namelijk het hemels goede, waarover eerder in de nrs. 2233, 2331; hieruit en ook uit het verband in de innerlijke zin, blijkt dat het is: bevestigd worden in het goede.
Proučite ovaj odlomak
Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl