Biblija

 

Exodus 4:2

Studija

       

2 En de HEERE zeide tot hem: Wat is er in uw hand? En hij zeide: Een staf.

Iz Swedenborgovih djela

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #7014

Proučite ovaj odlomak

  
/ 10837  
  

7014. En Mozes ging en keerde weder; dat dit de voortzetting van het vorige leven betekent, staat vast uit de betekenis van gaan, namelijk leven, nrs. 4882, 5493, 5605; uit de betekenis van terugkeren of teruggaan, dus leven zoals eerder of vroeger; en uit de uitbeelding van Mozes, te weten de Heer ten aanzien van de Wet of van het Ware uit het Goddelijke, nrs. 6771, 6827.

Toen Mozes op de berg Horeb was bij Jehovah, Die in een vlam werd gezien, toen beeldde hij de Heer uit ten aanzien van het Goddelijk Ware; nu echter bij Jethro zijn schoonvader, die het goede is van de Kerk die in het ware van het eenvoudig goede is, beeldt hij de Heer uit ten aanzien van het Ware uit het Goddelijke.

Hier en elders in het Woord worden in de innerlijke zin alle staten van het leven van de Heer in de wereld beschreven, hoe Hij Zijn Menselijke Goddelijk maakte; dat het opeenvolgende staten zijn geweest, kan hieruit vaststaan dat de Heer toen Hij een klein kind was, zoals een klein kind is geweest en dat Hij daarna groeide in inzicht en wijsheid en bij voortduur daaraan de Goddelijke Liefde heeft ingeboezemd totdat Hij ook ten aanzien van Zijn Menselijke de Goddelijke Liefde, dat wil zeggen, Goddelijk Zijn of Jehovah werd; en omdat de Heer zo gaandeweg het Goddelijke aantrok, is het vandaar dat Hij Zich eerst het Ware uit het Goddelijke heeft gemaakt, daarna het Goddelijk Ware en tenslotte het Goddelijk Goede; dit waren de graden van de verheerlijking van de Heer, die hier en elders in de innerlijke zin van het Woord worden beschreven.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl