37
Doch naar het maaksel dezes reukwerks, hetwelk gij gemaakt zult hebben, zult gijlieden voor uzelven geen maken; het zal u heiligheid zijn voor den HEERE.
37
Doch naar het maaksel dezes reukwerks, hetwelk gij gemaakt zult hebben, zult gijlieden voor uzelven geen maken; het zal u heiligheid zijn voor den HEERE.
10226. Shall give an uplifting to Jehovah. That this signifies ascription to the Lord alone, is evident from the signification of “an uplifting to Jehovah,” as being that which is of the Lord alone (see n. 10093). That this denotes all the truths and goods of faith and love, with their setting in order and disposing, is plain from what precedes.