बाइबल

 

Genesis 24:33

पढाई करना

       

33 Daarna werd hem te eten voorgezet; maar hij zeide: Ik zal niet eten, totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek!

स्वीडनबॉर्ग के कार्यों से

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3089

इस मार्ग का अध्ययन करें

  
/ 10837  
  

3089. Dat de woorden ‘laat mij, ik bid u, een weinig waters uit uw kruik slurpen’ betekenen, of van daar iets waars verbonden kon worden, blijkt uit de betekenis van slurpen, namelijk iets dergelijks als drinken, maar dan kleiner, omdat onderzoek gedaan moet worden. Dat drinken innerlijk gewaarworden is, zie in nr. 3069. In de innerlijke zin is drinken ook meegedeeld en verbonden worden en heeft betrekking op het geestelijke, zoals eten betrekking heeft op het hemelse, nrs. 2187, 2342;

en uit de betekenis van het water, namelijk het ware, waarover de nrs. 680, 739, 2702. Daarom betekenen hier de woorden ‘laat mij, ik bid u, een weinig waters uit uw kruik slurpen’ het onderzoek of van daar iets waars verbonden kon worden. De kruik is de ontvanger, waarin en waaruit het ware is, nrs. 3068, 3079.

Dat er een onderzoek werd ingesteld, komt omdat de eerste aandoening van het ware ook iets vanuit het moederlijke met zich meedroeg, dat gescheiden moest worden, nrs. 3040, 3078.

Bij de mens die wederverwekt moet worden is het als volgt gesteld, dat zijn eerste aandoening van het ware in hoge mate onrein is, want er bevindt zich daarin een aandoening van betrachting van nut en een einddoel ter wille van zichzelf, ter wille van de wereld, ter wille van heerlijkheid in de hemel en meer dergelijke dingen die op zichzelf zijn gericht, maar niet op het algemeen welzijn, het rijk van de Heer, nog minder op de Heer. Zo’n aandoening kan niet anders dan voorafgaan; toch wordt die geleidelijk door de Heer gereinigd, zodat tenslotte de boosheden en valsheden verwijderd en als het ware naar de omtrek geworpen worden; ze waren evenwel van dienst als middelen.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

स्वीडनबॉर्ग के कार्यों से

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2342

इस मार्ग का अध्ययन करें

  
/ 10837  
  

2342. Dat de woorden ‘en hij bakte ongezuurds’ de reiniging betekenen, blijkt uit de betekenis van het ongezuurde of het ongedesemde. In het Woord betekent brood in het algemeen alle hemelse en geestelijke spijs, dus in het algemeen alle hemelse en geestelijke dingen; zie de nrs. 276, 680, 1798, 2165, 2177;

dat deze zonder iets onreins moesten zijn, werd uitgebeeld door het ongezuurde brood; want de zuurdesem betekent het boze en valse, waardoor de hemelse en geestelijke dingen onrein en profaan worden gemaakt; ter wille van deze uitbeelding werd aan hen, die van de uitbeeldende Kerk waren, bevolen, dat zij bij hun offerplechtigheden geen ander brood of spijsoffer zouden offeren dan het ongedesemde of ongezuurde, zoals blijkt bij Mozes:

‘Alle spijsoffer, dat gij tot Jehovah zult brengen, zal niet gedesemd gemaakt worden’, (Leviticus 2:11);

bij dezelfde:

‘Gij zult het bloed Mijns offers niet offeren op het gedesemde’, (Exodus 23:18; 34:25). Daarom werd het ook bevolen, dat zij op de zeven dagen van het Pascha geen ander brood dan het ongedesemde zouden eten, waarover het volgende bij Mozes:

‘Zeven dagen zult gij het ongezuurde eten; ook zult gij op de eerste dag het zuurdeeg wegdoen uit uw huizen; want eenieder die het gedesemde eet, van de eerste dag af tot de zevende dag, die ziel zal uitgeroeid worden uit Israël; in de eerste maand, aan de veertiende dag van de maand, in de avond, zult gij het ongezuurde eten, tot de een en twintigste dag van de maand, in de avond. Zeven dagen zal geen zuurdesem in uw huizen gevonden worden, want al wie het gedesemde eet, en die ziel zal uit de vergadering van Israël uitgeroeid worden, hij zij een vreemdeling of een ingeborene van het land’, (Exodus 12:15, 18-20);

en elders, zoals in Exodus 13:6, 7; 23:15; 34:18;

en in Deuteronomium 16:3, 4. Vandaar werd het Pascha het feest van het ongezuurde genoemd, (Leviticus 23:6; Numeri 18:16, 17; Mattheüs 26:17; Lukas 22:1, 7). Dat het Pascha de verheerlijking van de Heer uitbeeldde en zo dus de verbinding van het Goddelijke met het menselijk geslacht, zal, door de Goddelijke barmhartigheid van de Heer, elders worden aangetoond; en daar de verbinding van de Heer met het menselijk geslacht door de liefde en de naastenliefde geschiedt, en door het geloof daaruit, werden de hemelse en geestelijke dingen uitgebeeld door het ongezuurde brood dat zij zouden eten op de dag van Pascha; en opdat deze dingen niet besmet zouden worden door iets profaans, was daarom het gedesemde zo streng verboden, dat zij die daarvan aten, uitgeroeid zouden worden; want zij die de hemelse en geestelijke dingen ontwijden, moeten noodzakelijkerwijs wel te gronde gaan; eenieder kan zien dat zonder deze verborgenheid, dit ceremonieel waaraan zo’n strenge straf verbonden was, nooit gegeven zou zijn. Alle dingen die in deze Kerk bevolen werden, beeldden een verborgenheid uit, ja, zelfs het koken, zoals elk van de dingen die de Zonen Israëls deden toen zij uit Egypte wegtrokken, namelijk ‘dat zij zullen in dezelfde nacht eten het vlees, aan het vuur gebraden en ongezuurde broden op bitterheden; zij zullen daarvan niet rauw eten, ook geenszins in water gekookt; het hoofd zal op de schenkelen zijn; zij zullen daarvan ook niet overlaten tot de morgen, zij zullen het overblijfsel met vuur verbranden’, (Exodus 12:8-10). Elk van deze dingen was een uitbeelding, namelijk, dat zij in de nacht zouden eten; dat het vlees aan het vuur gebraden zou worden; de ongezuurde broden op bitterheden; het hoofd op de schenkelen, niet rauw, niet in water gekookt; dat zij daarvan niet zouden overlaten tot de morgen en dat zij het overblijfsel met vuur zouden verbranden; maar deze verborgenheden treden nooit aan de dag, wanneer die niet door de innerlijke zin onthuld worden; alleen hieruit blijkt, dat dit alles Goddelijk is. Evenzo is het gesteld met het ritueel omtrent de Nazireeër:

‘De priester zal de gekookte schouder nemen van een ram en een ongezuurde koek uit de korf en een ongezuurde vlade en zal ze op de handen des nazireeërs leggen, nadat hij zijn nazireeërschap afgeschoren heeft’, (Numeri 6:19);

wie niet weet dat de Nazireeër de hemelse mens zelf uitbeeldde, weet ook niet, dat al deze dingen tot in elke bijzonderheid hemelse dingen bevatten, dus verborgenheden die niet in de letter verschijnen, namelijk de gekookte schouder van een ram, de ongezuurde koek, de ongezuurde vlade, het afscheren van de haren; hieruit kan blijken, van welke aard de mening is die diegenen zich moet vormen, die niet geloven dat er een innerlijke zin is, want zonder het innerlijke zijn de dingen elk afzonderlijk van geen belang; maar wanneer het ceremonieel of het ritueel wordt verwijderd, wordt elk ding daar Goddelijk en Heilig. Zo is het ook gesteld met de overige dingen, zoals hier met het ongezuurde brood, namelijk het heilige van de liefde of het heilige der heiligen, zoals het ook genoemd wordt bij Mozes:

‘Het overblijvende ongezuurde zal door Aharon en zijn zonen gegeten worden in de plaats der heiligheid, want het is het heilige der heiligen’, (Leviticus 6:16, 17);

het ongezuurde brood is dus de reine liefde en het bakken van het ongezuurde de reiniging.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl