Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #2655
2655. Vers 10. En zij zei tot Abraham: Werp deze dienstmaagd en haar zoon uit, want de zoon van deze dienstmaagd zal met mijn zoon, met Izaäk, niet erven.
Zij zei tot Abraham, betekent de innerlijke gewaarwording uit het Goddelijke; werp deze dienstmaagd en haar zoon uit, betekent dat de dingen van het louter menselijk redelijke verwijderd zouden worden; want de zoon van deze dienstmaagd zal met mijn zoon, met Izaäk, niet erven, betekent dat het louter menselijk redelijke met het Goddelijk redelijke zelf geen gemeenschappelijk leven kon hebben, niet ten aanzien van het ware, noch ten aanzien van het goede.