बाइबल

 

Exodus 23:3

पढाई करना

       

3 Ook zult gij den geringe niet voortrekken en zijn twistige zaak.

बाइबल

 

I Samuël 8:3

पढाई करना

       

3 Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen; maar zij neigden zich tot de gierigheid, en namen geschenken, en bogen het recht.

स्वीडनबॉर्ग के कार्यों से

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #6971

इस मार्ग का अध्ययन करें

  
/ 10837  
  

6971. En niet horen de stem van het eerdere teken, dat dit betekent dat zij, indien zij de aankondiging uit het Woord niet gehoorzamen, in plaats van een geestelijk en redelijk mens, niet-geestelijke en niet-redelijke mensen zouden worden, staat vast uit de betekenis van horen, namelijk gehoorzamen, nrs. 2542, 3860, 5017; uit de betekenis van de stem, namelijk het aangekondigde uit het Woord, waarover hierna; en uit de betekenis van het eerdere teken, namelijk, dat zij in plaats van een geestelijk en redelijk mens, niet-geestelijke en niet-redelijke mensen zouden worden; dat dit zo is, blijkt uit de betekenis van de slang die ontstond uit de stok die door Mozes op de aarde werd geworpen, dat hier het eerdere teken is, namelijk de zinlijke en lichamelijke mens, nr. 6949, dus niet-geestelijk en niet-redelijk; want een mens die zinlijk en lichamelijk is, is niet redelijk en dus ook niet geestelijk; hij denkt immers valsheden en wil boos doen, wie dit doet, is niet redelijk, te minder geestelijk; de erkenning immers en het geloof van het ware en het leven van het goede, is het eigenlijke geestelijke zelf in het redelijke, want zij zijn uit het Goddelijke; maar de erkenning en het geloof van het valse en het leven van het boze, is het tegendeel.

Dat de louter zinlijke en lichamelijke mensen zodanig zijn zie de nrs. 6844, 6845, 6948, 6949.

Louter zinlijke en lichamelijke mensen worden degenen die eerst de dingen hebben aanvaard die van de geestelijke wereld zijn en daarna die zaken hebben verworpen en zich hebben doordrenkt met de beginselen van het valse tegen het ware en ten aanzien van het leven zich alleen hebben gekeerd naar de wereldse, de lichamelijke en de aardse dingen en vandaar hebben geloofd dat het leven verkwikkelijk moet worden gemaakt met elke wellust; zij zeggen dan: ‘Wat heeft de mens méér wanneer hij leeft; wanneer wij sterven, dan sterven wij; dat er een leven na de dood is, wie is daar vandaan gekomen en heeft ervan verteld; wij weten niet wat er leven zal wanneer het leven uit de mens heengaat.’

Indien iemand hun door redelijke dingen in enige gedachte ten aanzien van het eeuwige leven brengt, dan denken zij dat het met hen niet erger zal gaan dan met de anderen en gelijk daarop verglijden zij opnieuw tot de vorige staat van hun leven.

Bij zulke mensen wordt de doorgang voor het licht van de hemel en voor de invloeiing ervan gesloten en wordt het licht van de hemel in hun natuurlijk gemoed zoals donkerheid, maar het licht van de wereld daar wordt glans, nr. 6907; en de glans wordt des te schitterender naarmate het licht van de hemel meer in duisternis wordt gehuld.

Vandaar komt het, dat zulke mensen niet anders zien dan dat de boosheden van hun leven goed zijn en vandaar dat de valsheden waar zijn.

Vandaar nu komt het, dat de mens zinlijk en lichamelijk wordt.

In één woord: wanneer de toegang voor de invloeiing van het licht van de hemel eenmaal geopend is geweest en daarna gesloten wordt, dan wordt de mens aangedreven om omlaag te zien en niet omhoog te schouwen; en dit vanwege de Goddelijke orde, opdat de ware dingen die hij eenmaal heeft erkend en die in zijn innerlijke mens blijven, niet met valsheden besmet en zo ontwijd worden.

Hetzelfde is het gesteld met de natiën die van hun godsdienstige terugtreden; maar het lot van deze is beter dan het lot van hen die binnen de Kerk zijn, want zij hebben niet de ware dingen uit het Woord, vandaar niet de echte waarheden, maar ware dingen die met vele begoochelingen vermengd zijn en die ware dingen kunnen niet op die wijze ontwijd worden.

Wat de betekenis van de stem betreft, namelijk dat die het aangekondigde uit het Woord is, moet men weten dat meermalen stem wordt gezegd en eveneens wordt toegevoegd aan zaken die niet van de stem zijn, zoals hier, namelijk dat die wordt toegevoegd aan het teken: ‘Indien zij niet de stem van het eerdere teken horen, zullen zij de stem van het latere teken horen’ en eveneens elders, zoals bij Nahum: ‘De stem der zweep en de stem van het gedruis des rads’, (Nahum 3:2); en bij David: ‘De stromen hebben hun stem verheven, meer dan de stemmen der vele grootse wateren’, (Psalm 93:3,4).

Dat de stem de aankondiging betekent en in de goede zin de aankondiging uit het Woord, welke stem de stem van Jehovah wordt genoemd, staat vast bij David: ‘De stem van Jehovah in de macht; de stem van Jehovah in de heerlijkheid; de stem van Jehovah verbrekende de ceders; de stem van Jehovah afhouwende de vlammen des vuurs; de stem van Jehovah doet de woestijn beven; de stem van Jehovah doet de hinden baren en ontbloot de wouden’, (Psalm 29:3-5,7-9); en elders bij dezelfde: ‘Hem die rijdt op de hemel van de hemel der oudheid; ziet, Hij zal geven in Zijn stem, de stem der sterkte’, (Psalm 68:34); hier staat de stem voor het Goddelijk Ware, dus voor het Woord en voor de aankondiging daaruit; wat verder de stem aanduidt, zie nr. 219 en dat van stem wordt gesproken met betrekking tot het ware, nr. 3563.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl