Okususelwe Emisebenzini kaSwedenborg

 

Ware Christelijke Religie #43

Funda lesi Sigaba

  
Yiya esigabeni / 853  
  

43. V. Het wezen van de liefde is, anderen lief te hebben buiten zichzelf, één met hen te willen zijn, en hen vanuit zich gelukkig te maken. Er zijn twee dingen die het wezen van God uitmaken: de Liefde en de Wijsheid, maar er zijn drie dingen, die het wezen van Zijn Liefde uitmaken, namelijk: anderen lief te hebben buiten Zichzelf, één met hen te willen zijn en hen vanuit Zich gelukkig te maken. Deze zelfde drie dingen maken ook het wezen van Zijn Wijsheid uit, aangezien de Liefde en de Wijsheid in God één maken, zoals eerder werd aangetoond; maar de Liefde wil deze dingen en de Wijsheid brengt ze voort. Het eerste wezenlijke: anderen lief te hebben buiten zichzelf, wordt erkend vanuit de liefde van God jegens het gehele menselijke geslacht, en ter wille daarvan heeft God alle dingen lief die Hij geschapen heeft, omdat het middelen zijn; want wie het einddoel liefheeft, heeft ook de middelen lief. Allen en alle dingen in het heelal zijn buiten God, aangezien zij eindig zijn en God oneindig is. Gods Liefde gaat niet alleen uit tot en strekt zich niet alleen uit over de goeden en de goedheden, maar ook over de bozen en de boosheden, dus niet alleen over hen die in de hemel zijn, maar ook over hen en de dingen die in de hel zijn, dus niet alleen over Michaël en Gabriël, maar ook over de duivel en satan; want God is overal en van eeuwigheid tot in eeuwigheid Dezelfde. Hij zegt ook dat ‘Hij Zijn zon doet opgaan over goeden en bozen, en dat Hij regen zendt over rechtvaardigen en onrechtvaardigen’, (Mattheüs 5:45). Maar dat niettemin de bozen boos en de boosheden boosheden zijn, is aan de subjecten en aan de objecten zelf te wijten, daaraan namelijk, dat zij de Liefde van God niet ontvangen zoals zij is en in het binnenste in hen is, maar zoals zij zelf zijn, evenzo als de doorn en de netel doen met de warmte van de zon en met de regen van de hemel. Het tweede wezenlijke van de Liefde van God: één met hen te willen zijn, wordt ook erkend vanuit Zijn verbinding met de engelenhemel, met de Kerk op aarde, met eenieder daarin, en met al het goede en ware, die de mens en de Kerk binnengaan en hen maken. Ook is de liefde in zichzelf beschouwd niets anders dan een streven naar verbinding; daarom – opdat dit doel, dat tot het wezen van de liefde behoort, bereikt zou worden – heeft God de mens in Zijn beeld en in Zijn gelijkenis geschapen, waarmee de verbinding kan plaatsvinden. Dat de Goddelijke Liefde voortdurend naar verbinding streeft, blijkt duidelijk uit de woorden van de Heer

‘dat Hij wil, dat zij één zijn, Hij in hen en zij in Hem, en dat de Liefde van God in hen zij’, (Johannes 17:21-22, 23, 26).

Het derde wezenlijke van de Liefde van God: hen gelukkig te maken uit zich, wordt erkend vanuit het eeuwige leven, dat de zaligheid, de blijdschap en het geluk zonder einde is, en dat God aan diegenen geeft, die Zijn Liefde in zich opnemen. Want evenals God de Liefde zelf is, is Hij ook de zaligheid zelf, de blijdschap zelf, en het geluk zelf tot in eeuwigheid; zo maakt God uit Zich de engelen en de mensen na de dood gelukkig, wat geschiedt door de verbinding met hen.

  
Yiya esigabeni / 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.

IBhayibheli

 

Mattheüs 5:45

Funda

       

45 Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.