Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3035

Ngu Emanuel Swedenborg

Funda lesi Sigaba

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

3035. Dat de woorden ‘Jehovah de God des hemels’ het Goddelijke van de Heer betekenen, blijkt uit wat eerder in nr. 3023 gezegd is, namelijk dat ‘Jehovah de God des hemels’ het Goddelijke van de Heer zelf is; want door Jehovah, zo vaak in het Woord van het Oude Testament genoemd, wordt de Heer alleen verstaan, want alle dingen tot in bijzonderheden die daarin voorkomen, handelen over Hem in de innerlijke zin en alle en elk van de riten van de Kerk beeldden Hem uit, zie de nrs. 1736, 2921;

en dat de Oudsten, die van de hemelse Kerk waren, geen ander dan de Heer onder Jehovah verstonden, zie nr. 1343. In de zin van de letter hier en elders schijnt het alsof een ander, die hoger is, onder Jehovah wordt verstaan, maar de zin van de letter is van dien aard, dat hij de dingen die de innerlijke zin verenigt, onderscheidt en wel om deze reden, omdat de mens die door de zin van de letter onderricht moet worden, niet de voorstelling van een eenheid kan hebben, wanneer hij niet eerst een voorstelling van meer dan een heeft, want bij de mens wordt het ene uit vele gevormd, of wat hetzelfde is, uit achtereenvolgende dingen dat wat gelijktijdig is. Er zijn vele dingen in de Heer en alle zijn zij Jehovah. Dit is de reden waarom de zin van de letter onderscheid maakt, maar de hemel maakt nooit onderscheid, maar erkent één God in een enkelvoudige voorstelling en ook geen ander dan de Heer.

  
Yiya esigabeni / 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl