圣经文本

 

Genesis第9章

学习

   

1 En God zegende Noach en zijn zonen, en Hij zeide tot hen: Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde!

2 En uw vrees, en uw verschrikking zij over al het gedierte der aarde, en over al het gevogelte des hemels; in al wat zich op den aardbodem roert, en in alle vissen der zee; zij zijn in uw hand overgegeven.

3 Al wat zich roert, dat levend is, zij u tot spijze; Ik heb het u al gegeven, gelijk het groene kruid.

4 Doch het vlees met zijn ziel, dat is zijn bloed, zult gij niet eten.

5 En voorwaar, Ik zal uw bloed, het bloed uwer zielen eisen; van de hand van alle gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders zal Ik de ziel des mensen eisen.

6 Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door den mens vergoten worden; want God heeft den mens naar Zijn beeld gemaakt.

7 Maar gijlieden, weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt; teelt overvloediglijk voort op de aarde, en vermenigvuldigt op dezelve.

8 Voorts zeide God tot Noach, en tot zijn zonen met hem, zeggende:

9 Maar Ik, ziet, Ik richt Mijn verbond op met u, en met uw zaad na u;

10 En met alle levende ziel, die met u is, van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe.

11 En Ik richt Mijn verbond op met u, dat niet meer alle vlees door de wateren des vloeds zal worden uitgeroeid; en dat er geen vloed meer zal zijn, om de aarde te verderven.

12 En God zeide: Dit is het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende ziel, die met u is, tot eeuwige geslachten.

13 Mijn boog heb Ik gegeven in de wolken; die zal zijn tot een teken des verbonds tussen Mij en tussen de aarde.

14 En het zal geschieden, als Ik wolken over de aarde brenge, dat deze boog zal gezien worden in de wolken;

15 Dan zal Ik gedenken aan Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende ziel van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees te verderven.

16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees, dat op de aarde is.

17 Zo zeide dan God tot Noach: Dit is het teken des verbonds, dat Ik opgericht heb tussen Mij en tussen alle vlees, dat op de aarde is.

18 En de zonen van Noach, die uit de ark gingen, waren Sem, en Cham, en Jafeth; en Cham is de vader van Kanaan.

19 Deze drie waren de zonen van Noach; en van dezen is de ganse aarde overspreid.

20 En Noach begon een akkerman te zijn, en hij plantte een wijngaard.

21 En hij dronk van dien wijn, en werd dronken; en hij ontblootte zich in het midden zijner tent.

22 En Cham, Kanaans vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen.

23 Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij legden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts, gekeerd zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.

24 En Noach ontwaakte van zijn wijn; en hij merkte wat zijn kleinste zoon hem gedaan had.

25 En hij zeide: Vervloekt zij Kanaan; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!

26 Voorts zeide hij: Gezegend zij de HEERE, de God van Sem; en Kanaan zij hem een knecht!

27 God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaan zij hem een knecht!

28 En Noach leefde na den vloed driehonderd en vijftig jaren.

29 Zo waren al de dagen van Noach negenhonderd en vijftig jaren; en hij stierf.

   

来自斯威登堡的著作

 

Arcana Coelestia#1093

学习本章节

  
/10837  
  

1093. That 'cursed be Canaan' means that external worship separated from internal turned itself away from the Lord is clear from the meaning of 'Canaan' and from the meaning of 'being cursed'. That 'Canaan' is external worship separated from internal is clear from what has been stated already about Canaan, also from his being called 'cursed'; and from what follows about his being 'a slave of slaves'. And being a slave both to Shem and to Japheth cannot mean anything other than something separated from the Church itself, such as worship that is wholly external. This is clear from the meaning of 'being cursed' as turning oneself away, for the Lord in no way curses anybody, or is even angry. Instead it is man who brings the curse upon himself by turning himself away from the Lord. On these points see what has been shown already in 223, 245, 592. The Lord is as far from cursing or being angry with anyone as the sky is from the earth. Who can believe that the Lord, who is all-knowing and all-powerful, who with wisdom rules the universe, and so who is infinitely superior to all [human] weaknesses, is angry with such pitifully worthless dust, that is, with human beings who scarcely know anything of what they do and who of themselves are incapable of anything other than evil? With the Lord therefore anger is never present, only mercy.

[2] That arcana are contained here can be seen merely from the consideration that even though it was Ham who saw his father's nakedness and pointed it out to his brothers, he was not cursed but his son Canaan, who was not his only son nor even the firstborn but the fourth in line, as is clear from Chapter 10, verse 6 later on, where the sons of Ham are mentioned as being Cush, Mizraim, Put, and Canaan. It can in addition be seen from the Divine Law that no son was to bear his father's iniquity, as is clear in Ezekiel,

The soul that has sinned will die. The son will not bear the iniquity of the father, nor will the father bear the iniquity of the son. Ezekiel 18:20; Deuteronomy 14:16; 2 Kings 14:6.

And the same can also be seen from the consideration that this iniquity of merely seeing his father's nakedness and pointing it out to his brothers seems too slight for all of his descendants ever to have been cursed on that account. From these considerations it is clear that arcana are contained here.

[3] The reason Ham is not mentioned here but Canaan is that Ham means faith separated from charity in the spiritual Church, which cannot be cursed because in that Church faith has holiness present within it because truth is present there. And although there is no faith when there is no charity, it is still possible - since it is by means of the cognitions of faith that a person is regenerated - for separated faith to be allied to charity, and in this way to be in some sense 'a brother' or may become one. This was why Canaan was cursed and not Ham. Furthermore the inhabitants of the land of Canaan were for the most part people such as made all worship consist in external things, the Jews there as much as the gentiles. These are the arcana contained here, but for which Canaan would never have been substituted for Ham. That external worship separated from internal turns itself away and so brings a curse on itself is quite clear from the fact that people whose worship is external have no regard for anything other than worldly, bodily, and earthly things. Thus they look downwards, and immerse their minds (animus) and life in those things; such will be dealt with a little further on.

  
/10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.