圣经文本

 

Genesis第33章

学习

   

1 En Jakob hief zijn ogen op en zag; en ziet, Ezau kwam, en vierhonderd mannen met hem. Toen verdeelde hij de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en onder de twee dienstmaagden.

2 En hij stelde de dienstmaagden en haar kinderen vooraan; en Lea en haar kinderen meer achterwaarts; maar Rachel en Jozef de achterste.

3 En hij ging voorbij hun aangezicht heen, en hij boog zich zeven malen ter aarde, totdat hij bij zijn broeder kwam.

4 Toen liep Ezau hem tegemoet, en nam hem in den arm, en viel hem aan den hals, en kuste hem; en zij weenden.

5 Daarna hief hij zijn ogen op, en zag die vrouwen en die kinderen, en zeide: Wie zijn deze bij u? En hij zeide: De kinderen, die God aan uw knecht genadiglijk verleend heeft.

6 Toen traden de dienstmaagden toe, zij en haar kinderen, en zij bogen zich neder.

7 En Lea trad ook toe, met haar kinderen, en zij bogen zich neder; en daarna trad Jozef toe en Rachel, en zij bogen zich neder.

8 En hij zeide: Voor wien is u al dit heir, dat ik ontmoet heb? En hij zeide: Om genade te vinden in de ogen mijns heren!

9 Maar Ezau zeide: Ik heb veel, mijn broeder! het zij het uwe, wat gij hebt!

10 Toen zeide Jakob: Och neen! indien ik nu genade in uw ogen gevonden heb, zo neem mijn geschenk van mijn hand; daarom, omdat ik uw aangezicht gezien heb, als had ik Gods aangezicht gezien, en gij welgevallen aan mij genomen hebt.

11 Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.

12 En hij zeide: Laat ons reizen en voorttrekken; en ik zal voor u trekken.

13 Maar hij zeide tot hem: Mijn heer weet, dat deze kinderen teder zijn, en dat ik zogende schapen en koeien bij mij heb; indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo zal de gehele kudde sterven.

14 Mijn heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn knecht; en ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen, naar den gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir kome.

15 En Ezau zeide: Laat mij toch van dit volk, dat met mij is, u bijstellen. En hij zeide: Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen!

16 Alzo keerde Ezau dien dag wederom zijns weegs naar Seir toe.

17 Maar Jakob reisde naar Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth.

18 En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaan, als hij kwam van Paddan-Aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad.

19 En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.

20 En hij richte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israels is God!

   

来自斯威登堡的著作

 

Arcana Coelestia#4374

学习本章节

  
/10837  
  

4374. Verses 12-16 And he said, Let us travel on and go, and I will go beside you. And he said to him, My lord knows that the children are tender, and the flocks and herds with me are suckling, and if the men overdrive them for one day, all the flocks will die. Let my lord now pass over before his servant, and I will move on slowly at the walking-pace of the cattle 1 that are before me, and at the walking-pace 2 of the children, until I come to my lord, to Seir. And Esau said, Let me now place with you some of the people who are with me. And he said, Why so? Let me find favour in my lord's eyes. And Esau returned on that day on his own way, to Seir.

'He said, Let us travel on and go' means a further stage. 'And I will go beside you' means that they are to be joined together. 'And he said to him, My lord knows that the children are tender' means truths which have not yet acquired Divine life. 'And the flocks and herds with me are suckling' means goods, interior ones and natural ones, which have not yet acquired Divine life. 'And if the men overdrive them for one day, all the flocks will die' means a passage of time and a subsequent stage; also that otherwise they would not live, and so needed to be prepared to be joined together. 'Let my lord now pass over before his servant' means a more general presence. 'And I will move on slowly' means the subsequent state of preparation. 'At the walking-pace of the cattle that are before me' means as determined by the things that are general. 'And at the walking-pace of the children' means as determined by the truths situated within. 'Until I come to my lord, to Seir' means until they could be joined together, 'Seir' meaning the joining of spiritual things to celestial ones within the natural. 'And Esau said, Let me now place with you some of the people who are with me' means that some truths supplied by the truth of good might be joined. 'And he said, Why so? Let me find favour in my lord's eyes' means enlightenment received from their comparatively internal presence. 'And Esau returned on that day on his own way, to Seir' means the state at the time of Divine Natural Good to which the goods of truth had been linked, 'way' meaning, when compared with that Good, the good of truth.

脚注:

1. literally, at the foot of the work

2. literally, at the foot

  
/10837  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.