Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus#4227

原作者: 伊曼纽尔斯威登堡

学习本章节

  
/10837  
  

4227. Er zijn er verscheidene van het ene en het andere geslacht, die in het leven van het lichaam van dien aard zijn geweest dat zij, waar zij maar konden, de gemoederen van anderen door kunstgrepen en listigheid onder hun juk zochten te brengen met het doel om te overheersen, vooral bij de machtigen en de rijken, opdat zij het alleen zouden zijn die onder de naam van die machtigen zouden regeren en die in het geheim te werk gingen en anderen uit de weg ruimden, voornamelijk de rechtschapenen en wel op allerlei manieren, weliswaar niet door hen te berispen, omdat de rechtschapenheid zichzelf verdedigt, maar op andere manieren, door hun raadgevingen te verdraaien en hen onnozel en zelfs slecht te noemen, door aan hen de tegenslagen toe te schrijven die zich mochten voordoen en andere dergelijke dingen meer. Zij die zo zijn geweest in het leven van het lichaam zijn ook zodanig in het andere leven, want het leven van eenieder volgt hem na; dit heb ik bemerkt door levende ondervinding ten aanzien van hen die van dit slag zijn toen zij bij mij waren, omdat zij toen op een dergelijke wijze te werk gingen, maar nog meer bedreven en meer vernuftig, want geesten handelen fijnzinniger dan mensen, omdat zij zijn losgemaakt van de verstrengelingen met het lichaam en van de banden met de grove geaardheden van de gewaarwordingen; zij waren zo fijnzinnig, dat ik soms niet doorhad dat het hun bedoeling of doel was om te overheersen; en wanneer zij onder elkaar spraken, hoedden zij zich ervoor dat ik het niet hoorde en dat doorvatte; maar door anderen die het hoorden, werd mij gezegd dat hun beraadslagingen schandelijk waren en dat zij door magische kunsten, dus met behulp van de duivelse bende, hun einddoel zochten te bereiken; in het vermoorden van de rechtschapenen zagen zij geen enkel bezwaar; de Heer, onder wie zij zeiden te willen overheersen, kleineerden zij en beschouwden Hem als elk ander mens, voor wie er, gelijk als bij de andere natiën, die mensen tot goden maakten en vereerden, een eredienst is die van oudsher dateert en waartegen zij niet hadden durven opkomen omdat zij in die eredienst geboren waren en omdat zij daarmee hun goede naam zouden benadelen. Van hen kan ik zeggen dat zij de gedachten en de wil van de mensen die aan hen gelijk zijn, bezet houden en zich bij hen indringen in hun aandoening en bedoeling en wel dermate dat dezen, zonder de barmhartigheid van de Heer, geenszins kunnen weten, dat zulke geesten aanwezig zijn en dat zij in het gezelschap van hen zijn. Deze geesten stemmen overeen met de ondeugdelijke dingen van het zuiverder bloed bij de mens, en dit bloed wordt de animale geest genoemd, waarin de ondeugdelijke dingen ordeloos binnengaan en zich naar alle kanten verspreiden; zij zijn zoals vergiften die in de zenuwen en de vezels een koude en een verstarring teweegbrengen, waardoor de ergste en noodlottigste ziekten uitbreken. Wanneer deze geesten gemeenschappelijk te werk gaan, worden zij daaraan onderkend, dat zij om zo te zeggen op een viervoetige manier optreden en dat zij zich nestelen in het achterdeel van het hoofd onder de hersenen aan de linkerzijde; want zij die onder het achterhoofd optreden, gaan heimelijker te werk dan de anderen en zij die aan de rugzijde optreden, begeren te overheersen. Zij redeneerden tegen mij over de Heer en zij zeiden dat het verwonderlijk was dat Hij hun gebeden niet hoorde wanneer zij baden en dat Hij dus de smekelingen niet te hulp komt; maar het werd gegeven te antwoorden dat zij niet verhoord konden worden, omdat zij zulke dingen als doel hebben die in strijd zijn met het heil van het menselijk geslacht en omdat zij voor zichzelf zo dus tegen allen bidden, en dat, wanneer men op deze wijze bidt, de hemel gesloten wordt; want zij die in de hemel zijn, letten alleen op de einddoelen van degenen die bidden. Zij wilden dit weliswaar niet erkennen, maar toch konden zij er niets op antwoorden. Dit waren mannen die van dit slag waren en zij waren in het gezelschap van vrouwen; en zij zeiden dat zij door de vrouwen tal van plannen konden beramen, omdat die vlugger en bedrevener waren in het doorzien van zulke dingen; zij scheppen veel behagen in de omgang met vrouwen die hoeren zijn geweest. Zulke geesten leggen zich in het andere leven meestal toe op geheime en magische kunsten, want in het andere leven zijn er zeer veel magische kunsten die in de wereld volslagen onbekend zijn; zodra degenen die van dit slag zijn, in het andere leven komen, leggen zij zich daarop toe en leren diegenen te betoveren bij wie zij zijn, bovenal hen onder wie zij begeren te regeren; voor misdaden deinzen zij niet terug. Over hun hel, hoedanig deze is en waar zij zijn wanneer zij niet in de geestenwereld zijn, zal elders worden gesproken. Hieruit kan vaststaan dat eenieder zijn leven na de dood bijblijft.

  
/10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl