Ware Christelijke Religie # 734

Por Emanuel Swedenborg

Estudar Esta Passagem

  
/ 853  
  

734. Nadat de engel dit gezegd had ging hij vooruit en hij werd begeleid door de groep van diegenen die zich hadden overreed, dat de hemelse vreugden alleen bestond uit de vrolijkste bijeenkomsten en het voeren van de alleraangenaamste gesprekken. De engel leidde hen tot groepen in de noordelijke streek voor wie de vreugden des hemels in de vorige wereld zo'n karakter hadden gehad. Er was daar een zeer ruim huis waarin dezen bijeen waren. In dit huis waren meer dan vijftig kamers die waren onderscheiden naar de verschillende soorten van conversatie. In sommige kamers sprak men over de dingen die men op de markt en op straat had gezien en gehoord. In andere kamers sprak men beminnelijke dingen over het schone geslacht, die doorspekt waren met schertsen die elkaar overtroffen, zodat de aangezichten van de aanwezigen zich in een vrolijke lach verbreedden. In andere kamers sprak men over het nieuws van de hoven, van de ministeries, van de politieke toestand, en over verschillende dingen die van geheime vergaderingen uitgelekt waren. De gesprekken waren vermengd met redeneringen en gissingen omtrent de gebeurtenissen. In weer andere kamers werd gediscussieerd over handelsaangelegenheden; in andere over literatuur; er waren kamers waar gesproken werd over zaken die tot de burgerlijke omgang en het zedelijk leven behoren; in weer andere kamers werd gesproken over kerkelijke aangelegenheden en over sekten en dergelijke meer. Het werd mij gegeven in dit huis een blik te slaan en ik zag hoe ze haastig van kamer naar kamer liepen en de groepen zochten die met hun aandoening overeen kwamen en dus ook met hun vreugden. In de groepen zag ik drie verschillende soorten: sommigen waren gedreven om te spreken, sommigen begeerden vragen te stellen en anderen waren gretig om te horen. Het huis had vier deuren, naar elke hemelstreek een, en ik nam waar, dat velen zich uit de groepen losmaakten en zich haastten om naar buiten te gaan. Ik volgde er enigen naar de oostelijke deur en zag er daar enkelen naast zitten met een treurig gezicht. Ik ging naar hen toe en vroeg waarom ze daar zo treurig zaten. Ze antwoordden: ‘De deuren van dit huis worden gesloten gehouden voor hen die naar buiten willen. Het is nu de derde dag sinds we hier binnen kwamen, en het leven geleid hebben van ons verlangen naar samenzijn en het voeren van gesprekken. We zijn echter door die voortdurende gesprekken zo vermoeid geraakt, dat we nauwelijks nog het geluid van een stem kunnen verdragen. Daarom zijn we uit verveling naar deze deur gegaan en hebben aangeklopt, maar er werd ons geantwoord dat de deuren van dit huis niet geopend worden voor hen die naar buiten willen, maar alleen voor hen die naar binnen willen. Men zei ons verder dat we moesten blijven en de vreugden van de hemel genieten. Uit deze antwoorden hebben wij opgemaakt dat we hier tot in eeuwigheid zullen blijven; vandaar heeft droefenis zich van ons gemoed meester gemaakt en nu voelen we een beklemming op de borst en worden we angstig.’ Toen sprak de engel tot hen: ‘Deze staat is de dood van uw vreugden die u als enige hield voor hemelse, terwijl ze toch niets dan bijkomstigheden van de hemelse vreugden zijn.’ Ze vroegen aan de engel: ‘Wat is dan toch de hemelse vreugde?’ De engel antwoordde in het kort dit: ‘Het is de voldoening in het doen van iets dat zichzelf en anderen tot nut is; en deze verlustiging van het nut ontleent haar wezen aan de liefde en haar bestaan aan de wijsheid. De uit de liefde door de wijsheid voortspruitende verlustiging van het nut, is de ziel en het leven van alle hemelse vreugden. Er zijn in de hemel de vrolijkste bijeenkomsten die het gemoed van de engelen blij maken, hun geest amuseren, hun borst met voldoening vullen en hun lichaam verkwikken. Maar hiervan genieten ze, nadat ze in hun ambten en in hun werken nutten betracht hebben. Hieruit komt ziel en leven in al hun blijdschap en vermaak. Neemt men echter deze ziel of dit leven weg, dan houden de bijkomstige vreugden allengs op vreugden te zijn, maar worden eerst met onverschilligheid ervaren, daarna als het ware nietswaardig en tenslotte als droefenis en angst.’ Na deze woorden werd de deur geopend, en zij die daar naast hadden gezeten sprongen naar buiten en vluchtten naar huis; ieder naar zijn ambt of werk en ze leefden weer op.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.