Hemel en Hel # 474

Por Emanuel Swedenborg

Estudar Esta Passagem

  
/ 603  
  

474. Men moet echter weten dat het de wil is die de mens vormt, en de gedachte alleen in zoverre zij voortvloeit uit de wil; en de daden of werken vloeien uit beiden voort. Of wat hetzelfde is, dat de liefde de mens vormt, en het geloof alleen in zoverre het voortvloeit uit de liefde; en de daden vloeien uit beide voort. Hieruit volgt dat de wil of de liefde de mens zelf is; want alles wat voortvloeit, behoort tot dat waaruit het voortvloeit. Voortvloeien is te worden voortgebracht en voorgesteld in een geschikte vorm, zodat het waargenomen en gezien worden kan. Uit deze dingen mag duidelijk gezien worden, wat het geloof is dat afgescheiden is van de liefde. Het is namelijk volstrekt geen geloof, maar alleen een zaak van kennis, die in zich geen geestelijk leven bezit; evenzo wat een daad of een werk is zonder liefde; dat zij geen daad of werk van het leven is, maar een daad of werk van de dood, die het voorkomen heeft van leven door de liefde tot het kwaad en een geloof in de leugen. Deze schijn van leven wordt de geestelijke dood genoemd.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.