Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus # 4116

Por Emanuel Swedenborg

Estudar Esta Passagem

  
/ 10837  
  

4116. En hij ging de rivier over; dat dit de staat betekent waar verbinding is, staat vast uit de betekenis van de rivier, hier van de Eufraat, te weten de verbinding, namelijk met het Goddelijke; dat de rivier hier dit betekent, is vanwege het feit dat zij de grens was van het land Kanaän aan die zijde en alle grenzen van het land Kanaän beeldden uit en betekenden vandaar dat wat het laatste en wat het eerste was; het laatste omdat het daar ophield en het eerste omdat het daar begon; want alle grenzen zijn van dien aard dat zij de laatste zijn voor hen die uitgaan en dezelfde grenzen de eerste voor hen die binnengaan; omdat Jakob nu binnenging, was die rivier de eerste grens en dus de verbinding, namelijk in de hoogste zin met het Goddelijke; want door het land Kanaän wordt in de innerlijke zin het hemels rijk van de Heer aangeduid, nrs. 1607, 3481;

en in de hoogste zin het Goddelijk Menselijke van de Heer, nrs. 3038, 3705; daaruit blijkt wat hier wordt aangeduid door ‘hij ging de rivier over’. Dat alle dingen in het land Kanaän uitbeeldende dingen waren overeenkomstig de afstanden, de liggingen en de grenzen, zie de nrs. 1585, 3686; evenzo de rivieren die het begrensden, zoals de rivier van Egypte, de Eufraat en de Jordaan, nr. 1866.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl