Van Swedenborgs Werken

 

Ware Christelijke Religie #67

Bestudeer deze passage

  
/ 853  
  

67. God was vóór de schepping de Liefde zelf en de Wijsheid zelf, en deze beide waren in het streven om nutten te verrichten, want liefde en wijsheid zonder nut zijn slechts vluchtige dingen van de rede, en vervliegen ook wanneer ze niet in een nut opgaan. De eerste twee, gescheiden van het derde, zijn ook als vogels die boven een grote oceaan vliegen en tenslotte uitgeput van het vliegen vallen en verdrinken. Hieruit blijkt dat het heelal uit God geschapen werd opdat nutten zouden ontstaan, waarom het heelal ook een theater van nutten genoemd kan worden. En aangezien de mens het voornaamste einddoel van de schepping is, zo volgt daaruit, dat alle dingen tot in bijzonderheden geschapen werden ter wille van de mens, en vandaar dat alle en elk van de dingen van de orde in hem zijn samengebracht en in hem zijn geconcentreerd, opdat God door middel van hem de voornaamste nutten zal verrichten. Liefde en wijsheid zonder haar derde, dat het nut is, kunnen worden vergeleken met de warmte en het licht van de zon, die, wanneer zij niet werkten in mensen, dieren en planten, ijdele dingen zouden zijn, maar die werkelijk worden door de invloeiing in hen en door de werking in hen. Ook zijn er drie dingen die in orde op elkaar volgen: einddoel, oorzaak en werking; en het is in de geleerde wereld bekend dat het einddoel niets is, wanneer het niet de werkende oorzaak beoogt en dat het einddoel en deze oorzaak niets zijn, wanneer de werking niet plaats vindt. Einddoel en oorzaak kunnen weliswaar abstract in het gemoed worden beschouwd, maar toch ter wille van enige werking, die het einddoel beoogt en die de oorzaak verschaft. Desgelijks is het gesteld met de liefde, de wijsheid en het nut; en het nut is datgene, wat de liefde beoogt en door de oorzaak voortbrengt, en wanneer het nut is voortgebracht, bestaan de liefde en de wijsheid daadwerkelijk en zij maken voor zichzelf in het nut haar woning en verblijf, en zij rusten daar als in haar huis. Evenzo is het met de mens gesteld in wie de liefde en de wijsheid van God zijn, wanneer hij nutten verricht; en opdat hij de nutten van God zou verrichten, werd hij geschapen tot een beeld en gelijkenis, dat wil zeggen, tot een vorm van de Goddelijke Orde.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.

Van Swedenborgs Werken

 

True Christian Religion #341

Bestudeer deze passage

  
/ 853  
  

341. To believe that a person who lives a good life and holds a proper belief is not saved, but that God has freedom to save or damn at His whim anyone He wishes, would enable the person who is lost justifiably to accuse God of lack of mercy and unforgivingness, not to say cruelty. In fact it would amount to denying that God was God, and to asserting that what He said in His Word was worthless and that His commandments were of no, or at any rate trifling, importance. Moreover, if a person who lives a good life and holds a proper belief is not saved, he too can convict God of breaking His covenant which He made on Mount Sinai and wrote with His finger on two tables. It is evident from the Lord's words (in John 14:21-24) that God cannot avoid saving those who live in accordance with His commandments and have faith in Him. Indeed anyone who has a religion and sound reason can convince himself of this, if he reflects that God, who is continually present with man, giving him life and the ability to understand and love, must inevitably love him, and by His love link Himself to those who live a good life and hold a proper belief. This is surely something God has imprinted on every human being and on every living thing. Can a father or mother reject their young children, can a bird reject its chicks, an animal its whelps? Not even tigers, panthers and snakes can do this. For God to act differently would be contrary to the order in which He is and according to which He acts, as well as contrary to the order He imposed by creation on man.

[2] Now just as it is impossible for God to damn anyone who lives a good life and holds a proper belief, so in the reverse case it is impossible for God to save anyone who lives a wicked life and as a result holds a false belief. This second proposition is also contrary to order, and therefore contrary to His omnipotence, which can only proceed by way of justice; and the laws of justice are immutable truths. For the Lord says:

It is easier for heaven and earth to pass away, than for one dot of the law to fall out, Luke 16:17.

Anyone who knows anything of the essence of God and of man's free will can grasp this. For example, Adam was free to eat of the tree of life, and of the tree of the knowledge of good and evil. If he had only eaten of the tree or trees of life, would it have been possible for God to drive him out of the garden? I hardly think so. But after he had eaten of the tree of the knowledge of good and evil, would it have been possible for God to keep him in the garden? Again, I hardly think so. Likewise I hardly think God could cast any angel who had been received into heaven down to hell, nor admit anyone judged a devil into heaven. Neither of these things are possible for God by His own omnipotence, as may be seen in the section on the Divine omnipotence (49-70 above).

  
/ 853  
  

Thanks to the Swedenborg Society for the permission to use this translation.