Van Swedenborgs Werken

 

Leer Over De Heer #31

Bestudeer deze passage

  
/ 65  
  

31. De Heer uit het eeuwige, of Jehovah, heeft het Menselijke opgenomen om de mensen te zaligen. Dit is bevestigd vanuit het Woord in de voorgaande artikelen; dat de mens anders niet had kunnen worden gezaligd, zal elders worden gezegd. Dat Hij het Menselijke heeft opgenomen, staat ook vast uit die plaatsen in het Woord, waar wordt gezegd dat Hij is uitgegaan vanuit God, is neergedaald vanuit de hemel, en dat Hij gezonden is in de wereld; zoals uit deze plaatsen: 'Ik ben uitgegaan van de Vader en gekomen in de wereld', (Johannes 16:28). 'Ik, van God ben Ik uitgegaan en kom, ook ben Ik niet van Mij Zelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden', (Johannes 8:42). 'De Vader heeft u lief, omdat gij hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan', (Johannes 16:26-27). 'Niemand is opgevaren in de hemel, dan Die vanuit de hemel is neergedaald', (Johannes 3:13). 'Het brood Gods is Hij Die is neergedaald vanuit de hemel, en de wereld het leven geeft', (Johannes 6:33, 35, 41, 50-51). 'Wie van boven komt, is boven allen; Die vanuit de hemel komt is boven allen', (Johannes 3:31). 'Ik ken de Vader, omdat uit Hem Ik ben, en Hij Mij gezonden heeft', (Johannes 7:27); dat onder gezonden worden van de Vader in de wereld, wordt verstaan het Menselijke opnemen, zie: artikel 20.

  
/ 65  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

De Bijbel

 

Johannes 8:42

Studie

       

42 Jezus dan zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.