Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #73

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

73. IEDERE ENGEL HEEFT DAAROM EEN VOLLEDIG MENSELIJKEVORM

Inde twee voorafgaande hoofdstukken is getoond dat de hemel in zijn volledigheid een mens weergeeft, en dat iedere gemeenschap in de hemel dit ook doet. Uit de opeenvolging van redenen die daar gegeven zijn volgt dat iedere engel er ook als een mens uitziet. Aangezien de hemel de mens in de grootste vorm is en een gemeenschap van de hemel dit in een kleinere vorm is, is een engel dit in de kleinste vorm. Want in de meest volmaakte vorm, zoals die van de hemel dat is, bestaat er een gelijkenis van het geheel in het onderdeel en van het onderdeel in het geheel. Dat dit het geval is, komt omdat de hemel een gemeenschap is, want het deelt alles wat het bezit met iedereen en iedereen ontvangt alles wat hij heeft uit die gemeenschap. Een engel is een ontvangbekken en zodoende een hemel in de kleinste vorm, zoals hierboven eveneens in het betreffende gedeelte werd uitgelegd. Voor zover iemand de hemel in zich opneemt, is hij ook een ontvangbekken, een hemel en een engel (zie nr. 57). it wordt in de Apocalyps als volgt beschreven: En hij mat de muur op van het heilige Jeruzalem, honderdvierenveertig el, mensen maat, die engelenmaat is. (Apocalyps 21:17) Jeruzalem is hier de kerk van de Heer, en in hogere betekenis de hemel; de muur is het ware, dat een bescherming is tegen de onjuistheden en zonden; de honderdvierenveertig zijn alle waarheden en al het goede bij elkaar genomen; de maat is de hoedanigheid; mensen maat is iemand in wie al het goede en ware in het algemeen en in het bijzonder aanwezig is, dat is, in wie de hemel is; en omdat een engel door deze dingen ook een mens is, wordt er gezegd mensenmaat, wat ook de maat van een engel is. Dit is de geestelijke betekenis van die woorden. Wie zou zonder die betekenis kunnen begrijpen dat de muur van het heilige Jeruzalem de maat van een mens is, dat is, van een engel?

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #57

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

57. Wat over de hemel is gezegd, kan over de kerk worden gezegd, want de kerk is de Heer Zijn hemel op aarde. Er zijn ook vele kerken en toch wordt elk van hen een kerk genoemd en deze is inderdaad een kerk voorzover het goede van de liefde en het geloof daar regeert. Ook hier maakt de Heer uit verscheidenheid een éénheid, dus één kerk uit vele kerken. Hetzelfde wat over de kerk in het algemeen werd gezegd, kan ook over ieder afzonderlijk lid van de kerk gezegd worden, namelijk dat de kerk in het innerlijk van iemand is en niet erbuiten en dat iedereen bij wie de Heer in het goede van de liefde en van het geloof aanwezig is, een kerk is. En nogmaals, hetzelfde kan gezegd worden over iemand in wie de kerk is als wat over de engel in wie de hemel is gezegd werd, namelijk dat hij de kerk in kleinste vorm is, zoals een engel de hemel in kleinste vorm is, en bovendien, dat iemand in wie de kerk is, evenals de engel, een hemel is. Want de mens is geschapen om in de hemel te komen en een engel te worden. Zodoende is iemand die het goede van de Heer heeft een engel mens. Hier zou nog opgemerkt kunnen worden wat een mens hetzelfde heeft als een engel, en wat hij meer heeft dan wat engelen hebben. Wat een mens hetzelfde heeft als een engel, is dat zijn innerlijk eveneens conform het beeld van de hemel gevormd is en dat hij ook, voorzover hij in het goede van de liefde en het geloof is, een beeltenis van de hemel kan worden. De dingen die een mens meer heeft dan een engel, zijn het uiterlijk, dat naar de beeltenis van de wereld gevormd is en dat bij hem, voorzover hij in het goede is, de wereld ondergeschikt is aan de hemel en de hemel dient en dat dan de Heer bij hem in beide werelden aanwezig is, alsof hij in zijn hemel was. Want de Heer is in Zijn Goddelijke orde in beide aanwezig, daar God orde is.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalypse Explained #299

Bestudeer deze passage

  
/ 1232  
  

299. A book written within and on the back, signifies the state of life of all in heaven and on the earth, in general and in particular. This is evident from the signification of "book," here the "book of life," as being what the Lord inscribes or implants in the spirit of man, that is, in the heart and soul, or what is the same, in his love and faith (of which see above, n. 199; therefore "the book" here signifies the states of life of all in heaven and on the earth, and "written" signifies what is implanted by the Lord (that to "write" signifies to implant, see also above, n. 222. Also from the signification of "within and on the back," as being what is in the heart and soul, or in the love and faith; for with man and spirit love is within, because it makes his life; but faith, unless it is in his love, is not within him, but behind or "at the back;" for faith that is faith makes altogether one with the love, since what a man loves is of his faith, but what he does not love is not of his faith. That which one thinks from memory and teaches from doctrine, appears, indeed, to be faith; but if this be loved only from a natural, not from a spiritual love, it is merely the sight of the thought of the external man, which sight counterfeits faith; but such faith, since it is destitute of life, until it is implanted in the internal man and its love, is not in man but behind him, or at his back. Faith implanted in the internal man and its love is believing and loving the truth because it is truth, and not loving it chiefly for the sake of a reputation for learning, and honor or gain therefrom. From this it can be seen what is signified by "written within and on the back."

[2] What is treated of in this chapter is, that the Lord only, and no one but the Lord, knows the states of life of all in general and of each one in particular. This is representatively depicted by "a book written which no one was able to open and read, neither to look thereon, except the Lamb," that is, the Lord. No one knows this but the Lord alone, because He is the only God, and because He formed the angelic heaven after His own image, and man after the image of heaven; for this reason He knows all things of heaven in general, and He who knows all things of heaven in general knows also every one in particular; for a man who is in truths from good, as well as an angel, is an image of heaven, since he is a form of heaven. From this it also follows that no one but he who knows the general state of all knows the state of anyone in particular, for the one is inseparably connected with the other. (But as these things cannot be described in a few words, see what is shown in the work on Heaven and Hell, where they are more distinctly and clearly described, in the following articles: The Divine of the Lord makes Heaven, n. 7-12; Every Angel is a Heaven in the Least Form, n. 51-58; The whole Heaven in the Complex has reference to one Man, n 59-67; likewise each Society there, n. 68-72; Every Angel, therefore, is in a perfect Human Form, n 73-77; From the Divine Human of the Lord it is that Heaven in the Whole and in Part has reference to Man, n 78-86; There is a Correspondence of all Things of Heaven with all Things of Man, n. 87-102; On the Conjunction of Heaven with Mankind, n. 291-302)

[3] It is to be observed that here and elsewhere in the Word a "book" is mentioned, meaning thereby a roll [volumen]; for in ancient times they wrote upon parchments, which were rolled up, and the parchment was called a "book" and the "roll of a book," as can also be seen in the Word; thus in Ezekiel:

I looked, when behold, a hand was put forth unto me; and lo, the roll of a book was therein, written in front and behind (Ezekiel 2:9-10).

And in David:

Then said I, Lo, I am come; in the roll of the book it is written of Me (Psalms 40:7).

For this reason it is said in Isaiah:

All the host of the heavens shall waste away, and the heavens shall be rolled up as a scroll (Isaiah 34:4).

Likewise in Revelation:

Heaven was removed, as a book that is rolled up (Revelation 6:14).

From this it can be known how the book that John saw was "written within and on the back."

  
/ 1232  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for their permission to use this translation.