Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #56

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

56. De hemel is daar waar men de Heer erkent, in Hem gelooft en Hem liefheeft. De variatie in de verering van de Heer, vanwege het goede dat varieert van de ene gezelschap met de andere, vormt geen nadeel maar is nuttig, want daaruit ontstaat de volmaaktheid van de hemel. Het is bijna onmogelijk om zonder gebruikmaking van wetenschappelijke uitdrukkingen duidelijk te maken dat de volmaaktheid van de hemel ontstaat door variatie en door middel van deze te laten zien hoe éénheid die perfect is, gevormd wordt door verschillende onderdelen. Iedere éénheid bestaat door verscheidenheid, want een éénheid die niet het resultaat is van verscheidenheid, is niets, het heeft geen vorm en daarom geen eigenschap. Wanneer echter een éénheid ontstaat uit verschillende onderdelen en deze verschillende onderdelen zijn in een perfecte vorm, waarin elk zich op de juiste volgorde rangschikt, alsof het ene goede bevriend is met het andere, dan is de kwaliteit perfect. Zo is de hemel een éénheid die ontstaan is uit verschillende bestanddelen die in de meest perfecte vorm gerangschikt zijn, want de hemelse vorm is de meest volmaakte van alle vormen. Dat dit de oorsprong van alle perfectie is, blijkt uit alle schoonheid, genoeglijkheid en vreugde die de zintuigen en het verstand beïnvloeden. Want deze ontstaan en komen uit niets anders voort dan uit het samenspel en de harmonie van vele overeenstemmende en harmoniserende delen die óf gelijktijdig in orde bestaan, óf elkaar in orde opvolgen en niet uit een éénheid zonder meervoudigheid. Hier komt het gezegde vandaan: variatie schept vreugde en het is bekend dat de aard van de verscheidenheid de vreugde bepaalt. Uit dit alles kan men zien, als in een spiegel, hoe zelfs in de hemel perfectie ontstaat door verscheidenheid. Want de dingen die in de geestelijke wereld bestaan, kunnen als in een spiegel gezien worden in die welke in de natuurlijke wereld ontstaan.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Divine Love and Wisdom #19

Bestudeer deze passage

  
/ 432  
  

19. The presence of infinite things in God is even more obvious to angels because of the heavens where they live. The whole heaven, made up of millions of angels, is like a person in its overall form. Each individual community of heaven, large or small, is the same; and therefore an angel is a person. An angel is actually a heaven in its smallest form (see Heaven and Hell 51-87 [51-86]).

Heaven is in this form overall, regionally, and in individuals because of the divine nature that angels accept, since the extent to which angels accept the divine nature determines the perfection of their human form. This is why we say that angels are in God and that God is in them, and that God is everything to them.

The multiplicity of heaven is indescribable; and since it is Divinity that makes heaven, and therefore Divinity is the source of that indescribable multiplicity, we can see quite clearly that there are infinite things in that quintessential Person who is God.

  
/ 432  
  

Thanks to the Swedenborg Foundation for the permission to use this translation.