Van Swedenborgs Werken

 

Hemel en Hel #536

Bestudeer deze passage

  
/ 603  
  

536. DEEL OVER DE HELDE HEER REGEERT DEHELLEN

Inhet voorgaande waar over de hemel is gesproken, werd overal aangetoond, in het bijzonder in nr. `2-6`, dat de Heer de God van de hemelen is, en dat dus alle bestuur van de hemelen in de handen van de Heer is; en omdat de verhouding van de hemelen tot de hel en van de hellen tot de hemel is als van twee tegenovergestelden, die wederkerig tegen elkaar werken, en uit hun actie en reactie een evenwicht volgt waarin alle dingen verblijven, daarom moet, opdat volstrekt ieder ding in evenwicht gehouden wordt, Hij die deze regeert ook gene regeren; want tenzij dezelfde God opstanden bedwong in de hel en de krankzinnigheden aldaar tegenging, zou het evenwicht ten gronde gaan en met het evenwicht het geheel.

  
/ 603  
  

Thanks to the Swedenborg Boekhuis NL and Guus Janssens for their permission to use this translation.

Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #552

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

552. Geworpen is hij op de aarde en zijn engelen zijn met hem geworpen, betekent in de wereld der geesten, die midden tussen de hemel en de hel is en waaruit er rechtstreekse verbinding is met de mensen van de aardbol.

Dat onder de aarde, waarvan gezegd wordt dat de draak daarop geworpen werd, de wereld der geesten wordt verstaan, is omdat deze wereld onmiddellijk onder de hemelen ligt en wanneer iemand uit de hemel wordt neergeworpen, valt hij niet gelijk in de hel, maar op het land van deze wereld het naast daaronder gelegen; die wereld immers is midden tussen de hemel en de hel, of beneden de hemelen en boven de hellen; over deze wereld zie het werk ‘Hemel en Hel’ uitgegeven te Londen in 1758, nrs. 421-535.

Al degenen die in die wereld zijn, hebben rechtstreeks gemeenschap met de mensen op aarde en dus de draak en zijn engelen met degenen die in de valse dingen en daaruit in de boze dingen zijn vanuit de aangenomen ketterij over het geloof-alleen; en daarom wordt in wat volgt gezegd:

‘Hierom verheugt u, gij hemelen; wee degenen die de aarde en de zee bewonen, omdat de duivel tot u afgekomen is, hebbende grote toorn, wetende, dat hij een geringe tijd heeft’, (Openbaring 12:12).

En verder, ‘dat hij de vrouw vervolgde in de woestijn en heenging om oorlog te voeren tegen de overigen van haar zaad’, (Openbaring 12:13-17).

Men moet weten, dat ieder mens ten aanzien van zijn aandoeningen en het denken daaruit, in gezelschap is met degenen die in de wereld der geesten zijn en door middel van hen met degenen die òf in de hemel, òf in de hel zijn; het leven van ieder mens hangt van die verbinding af.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl