Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #4298

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

4298. En Jakob noemde de naam van de plaats Peniël; dat dit de staat van de verzoekingen betekent, staat vast uit de samenhang; oudtijds werden aan plaatsen waar iets bijzonders voorviel, namen gegeven en deze namen waren tekenend voor de zaak die daar voorviel en voor de staat ervan, nrs. 340, 2643, 3422; aan deze plaats werd een naam gegeven die de staat van de verzoekingen betekende, want de staat van de verzoekingen wordt hier beschreven door de worsteling en het kampen van Jakob; Peniël betekent in de oorspronkelijke taal ‘de aangezichten van God’ ; dat ‘de aangezichten van God’ zien, wil zeggen, de zwaarste verzoekingen doorstaan, zal in wat volgt worden ontvouwd.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Over het Nieuwe Jeruzalem en haar Hemelse Leer #248

Bestudeer deze passage

  
/ 325  
  

Tot nu toe bevat deze vertaling passages tot en met #325. Er wordt waarschijnlijk nog aan gewerkt. Als je op de pijl naar links drukt, vind je het laatste nummer dat vertaald is.

  
/ 325  
  

Published by Swedenborg Boekhuis.

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9674

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

9674. En gij zult geven hem op vier kolommen van Sittim; dat dit betekent het goede van de verdienste, dat van de Heer alleen is, dat verbindt en ondersteunt, staat vast uit de betekenis van vier, namelijk de verbinding, nrs. 1686, 8877; dat vier de verbinding is, komt omdat dit getal oprijst uit twee met zichzelf vermenigvuldigd en met de vermenigvuldigde getallen wordt hetzelfde aangeduid als met de enkelvoudige getallen waaruit zij zijn, nrs. 5291, 5335, 5708, 7973; dat twee de verbinding is, zie de nrs. 5194, 8423; uit de betekenis van de kolommen, dus de ondersteuning, waarover hierna; en uit de betekenis van het hout uit Sittim, namelijk het goede van de verdienste, dat van de Heer alleen is, nrs. 9472, 9486.

Dat dit goede het enige goede is dat regeert in de hemel, zie nr. 9486, dus eveneens dat wat de hemel ondersteunt.

Dat de kolommen de ondersteuning betekent, komt omdat zij de voorhang ondersteunden, zoals de planken uit houten van Sittim de gordijnen van het habitakel, nr. 9634.

Met de kolommen worden in de geestelijke zin de dingen aangeduid die de hemel en de Kerk ondersteunen, namelijk de goedheden van de liefde en de goedheden van het geloof uit de Heer.

Deze worden met kolommen [of pilaren] aangeduid bij David: ‘Ik zal in rechtheden richten; de landen zijn versmeltende en alle bewoners ervan, Ik zal haar pilaren bevestigen’, (Psalm 75:2,3).

Bij Job: ‘God die de aarde doet beven uit haar plaats, zodat haar pilaren sidderen’, (Job 9:6); de pilaren der aarde voor de goedheden en waarheden die de Kerk ondersteunen, want de aarde in het Woord is de Kerk, nr. 9325.

Dat het niet de pilaren van de aardbol zijn die sidderen, is duidelijk.

Bij Johannes: ‘Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in de tempel van Mijn God en hij zal niet langer naar buiten uitgaan; en Ik zal op hem schrijven de Naam van Mijn God en de Naam van de stad van Mijn God, van het Nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel van Mijn God en Mijn nieuwe Naam’, (Openbaring 3:12).

De pilaar in de tempel voor de goedheden en waarheden van de Kerk, die ook zijn de Naam van God en de naam van de stad het Nieuwe Jeruzalem; dat de Naam van God al het goede en ware van de Kerk is, of alles in een samenvatting, waardoor de Heer wordt vereerd, zie de nrs. 2724, 3006, 6674, 9310.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl