Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #3476

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

3476. Hieruit kan men weten hoe het met het Woord is gesteld; want het Woord werd door de Heer aan de mens en ook aan de engelen gegeven, opdat zij daardoor bij Hem zijn; want het Woord is het middel dat de aarde met de hemel verbindt en door de hemel met de Heer. Het is de letterlijke zin die de mens met de eerste hemel verbindt; en aangezien er in de letterlijke zin een innerlijke zin is die over het rijk van de Heer handelt en er in deze zin een hoogste zin is die over de Heer handelt en deze zinnen in volgorde de een in de ander liggen, blijkt hieruit duidelijk van welke aard de vereniging met de Heer door het Woord is.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl

Van Swedenborgs Werken

 

Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #9280

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

9280. Deswege opdat ruste uw os en uw ezel; dat dit betekent dat de kalmte van de vrede voor de uiterlijke goedheden en waarheden tesamen, staat vast uit de betekenis van rusten, wanneer wordt gehandeld over de zevende dag of de sabbat, namelijk het kalme van de vrede, nr. 9279; en uit de betekenis van de os, namelijk het uiterlijk goede en van de ezel te weten het uiterlijk ware, nr. 2781, 9135, 9255.

Dat dieren zulke aandoeningen en neigingen hebben betekent, als de mens met hen gemeen heeft, zie de nrs. 45, 46,142,143, 246, 714, 715, 776, 2179-2781, 3218, 3519, 5198, 5913, 8937, 9090, 9135; en dat zij bij de slachtoffers werden aangewend, volgens de betekenis, nrs. 1823, 2180, 2805, 2807, 2830, 3519; en dat alle dingen die in de wereld en in haar drie rijken zijn, uitbeeldingen waren van de geestelijke en de hemelse dingen van het rijk van de Heer, nrs. 1632, 1881, 2758, 2987-3003, 3213-3227, 3483, 3624-3649, 4939, 5116, 5427, 5428, 5477, 8211.

Dat er van alle dingen overeenstemmingen zijn, nrs. 2987-3003, 3213-3226, 3337-3352, 3472-3485, 3624-3649, 3745-3750, 3883-3896, 4039-4055, 4218-4228, 4318-4331, 4403-4420, 4523-4533, 4622-4634, 4652-4660, 4791-4806, 4931-4952, 5050-5062, 5171-5189, 5377-5396, 5552-5573, 5711-5727, 8615.

Deze teksten zijn bijeen verzameld, opdat men daaruit kan zien, dat niet alleen alle dieren, maar ook alle objecten die in de wereld zijn, overeenstemmen en volgens de overeenstemmingen de geestelijke en de hemelse dingen uitbeelden en betekenen en in de hoogste zin de Goddelijke dingen die van de Heer zijn.

Vandaar hoedanig de Oude Kerken zijn geweest die uitbeeldende Kerken werden genoemd, namelijk dat in de afzonderlijke dingen van haar gewijde riten, de dingen waren uitgebeeld die van de Heer en van Zijn rijk zijn, dus die van de liefde tot en van het geloof in Hem zijn; en dat toen de hemel met de mens van de Kerk door zulke dingen verbonden is geweest; de innerlijke dingen immers vertoonden zich in de hemel.

Het Woord van de Heer is tot dat doel ook gegeven, want daarin stemmen alle en de afzonderlijke dingen tot op de kleinste jota toe, overeen en duiden aan; vandaar is er door het Woord alleen al een verband van de hemel met de mens.

Dat dit zo is, weet niemand heden ten dage; daarom begint de natuurlijke mens dit gering te schatten, wanneer hij het Woord leest en zoekt waar toch het Goddelijke daarin schuilt en wanneer hij dat niet vindt in de letter vanwege de gewone stijl, en daarna begint te ontkennen dat het door het Goddelijke Zelf is gedicteerd en door de hemel tot de mens is neergezonden; hij weet immers niet dat het Woord Goddelijk is krachtens de geestelijke zin, die niet in de letter verschijnt, maar niettemin in de letterlijke zin aanwezig is en dat die zin zich vertoont in de hemel, wanneer de mens het Woord met een heilige intentie leest en dat in die zin wordt gehandeld over de Heer en over Zijn rijk.

Deze Goddelijke dingen zijn het krachtens welke het Woord Goddelijk is en door welke de heiligheid invloeit door de hemel uit de Heer tot in de letterlijke zin en in de letter zelf.

Maar zolang de mens niet weet wat het geestelijke is, kan hij ook niet weten wat de geestelijke zin is, dus ook niet wat overeenstemming is; en zolang de mens de wereld meer liefheeft dan de hemel en zichzelf meer dan de Heer, wil hij niets daarvan weten en die niet begrijpen; terwijl toch daarvandaan alle oude inzicht is geweest en eveneens daarvandaan de wijsheid van de engelen is.

De mystieke verborgenheden, die verscheidene waarzeggers in het Woord met vergeefse inspanning zochten op te sporen, schuilen alleen daarin.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl