Van Swedenborgs Werken

 

Apocalyps Onthuld #803

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

803. NEGENTIENDE HOOFDSTUK

1. Na deze dingen hoorde ik evenals een stem van een grote schare in de hemel, zeggende: Halleluja, het heil en de heerlijkheid en de eer en de macht zij de Heer, onze God.

2. Omdat Zijn gerichten waar en gerecht zijn, omdat Hij heeft gericht de grote loonhoer, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij en Hij het bloed van Zijn dienstknechten van haar hand gewroken heeft.

3. En zij zeiden voor de tweede maal: Halleluja; en haar rook gaat op tot in de eeuwen der eeuwen.

4. En de vierentwintig ouderen en de vier dieren vielen neder en aanbaden God zittende op de troon, zeggende: Amen, halleluja.

5. En een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, gij al Zijn dienstknechten en gij die Hem vreest, zowel de kleinen als de groten.

6. En ik hoorde evenals een stem van een grote schare en evenals een stem van vele wateren en evenals een stem van hevige donderslagen, zeggende: Halleluja, omdat regeert de Heer God de Almachtige.

7. Laten wij ons verheugen en opspringen en Hem de heerlijkheid geven, omdat de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn Echtgenote zich bereid heeft.

8. En haar is gegeven bekleed te worden met rein en glanzend fijn lijnwaad, want het fijn lijnwaad zijn de gerechtigheden van de heiligen.

9. En hij zei tot mij: Schrijf, gezegend zij die tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam geroepen zijn; en hij zei: Deze zijn de ware woorden Gods.

10. En ik viel neer voor zijn voeten om hem te aanbidden en hij zei tot mij: Zie, geenszins, uw mededienstknecht ben ik en van uw broeders, hebbende de getuigenis van Jezus; aanbid God, want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie.

11. En ik zag de hemel geopend en zie, een wit paard en Die erop zat, wordt genoemd: Getrouw en Waar en Hij richt en strijdt in gerechtigheid.

12. En Zijn ogen evenals een vlam van vuur en op Zijn hoofd vele diademen, hebbende een Naam geschreven die niemand kende dan Hijzelf.

13. En omkleed met een bekleedsel geverfd met bloed en Zijn Naam wordt genoemd het Woord Gods.

14. En de heirlegers die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit en rein fijn lijnwaad.

15. En vanuit Zijn mond ging een scherp slagzwaard voort, opdat Hij daarmee de natiën zou slaan en Hij zal ze weiden met een ijzeren roede en Hij treedt de persbak van de wijn der woede en van de toorn van God Almachtig.

16. En Hij heeft op Zijn bekleedsel en op Zijn dij de Naam geschreven: Koning der koningen en Heer der heren.

17. En ik zag een engel staande in de Zon en hij riep met een grote stem, zeggende tot al de vogelen vliegend in het midden van de hemel: Komt en vergadert u tot het avondmaal van de grote God.

18. Opdat gij eet de vlezen der koningen en de vlezen van de oversten over duizend en de vlezen der sterken en de vlezen der paarden en van degenen die daarop zitten en de vlezen van alle vrijen en knechten en kleinen en groten.

19. En ik zag het beest en de koningen der aarde en hun heirlegers vergaderd om oorlog te voeren met Hem Die op het paard zat en met Zijn heirleger.

20. En het beest werd gegrepen en tevens de pseudoprofeet die de tekenen vóór het beest gedaan had, waardoor hij verleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die het beeld ervan aanbaden; deze twee zijn levend gezonden in de poel des vuurs brandende met zwavel.

21. En de overigen werden gedood met het slagzwaard, door Degene Die op het paard zat, dat uit Zijn mond voortging; en al de vogels werden verzadigd van hun vlezen.

DE GEESTELIJKE ZIN

De inhoud van het gehele hoofdstuk.

De verheerlijking van de Heer door de engelen van de hemel, dat het rooms-katholieke godsdienstige in de geestelijke wereld verwijderd is, ten gevolge waarvan zij in hun licht en in hun gezegendheid zijn gekomen, vers 1-5.

De aankondiging van de Komst van de Heer en van de Nieuwe Kerk uit Hem, vers 6-10.

De opening van het Woord ten aanzien van de geestelijke zin van die Kerk, vers 11-16; het roepen van allen tot haar, vers 17, 18.

De weerstand van de zijde van hen die in het van de naastenliefde gescheiden geloof zijn, vers 19; de verwijdering en de verdoemenis van dezen, vers 20, 21.

De inhoud van de afzonderlijke verzen.

Na deze dingen hoorde ik evenals een stem van een grote schare in de hemel, zeggende: Halleluja, betekent de dankzegging, de belijdenis en de viering van de Heer door de engelen van de lagere hemelen, vanwege de verwijdering van de Babyloniërs; het heil en de heerlijkheid en de eer en de macht zij de Heer, onze God, betekent dat nu uit de Heer de zaliging is, omdat er nu opneming is van het Goddelijk Ware en het Goddelijk Goede vanuit Zijn Goddelijke mogendheid; omdat Zijn gerichten waar en gerecht zijn, omdat Hij heeft gericht de grote loonhoer, die de aarde heeft verdorven met haar hoererij, betekent omdat vanuit de gerechtigheid het profane Babylonische godsdienstige is veroordeeld, dat door schandelijke echtbrekingen van het Woord de Kerk van de Heer heeft vernietigd; en Hij het bloed van Zijn dienstknechten van haar hand gewroken heeft, betekent de vergelding voor de schaden en de gewelddaden, de zielen van de vereerders van de Heer aangedaan; en zij zeiden voor de tweede maal: Halleluja; haar rook gaat op tot in de eeuwen der eeuwen, betekent vanuit de vreugde de dankzegging en de viering van de Heer, dat dit profane godsdienstige verdoemd is tot in het eeuwige; en de vierentwintig ouderen en de vier dieren, vielen neer en aanbaden God, zittende op de troon, zeggende: Amen, Halleluja, betekent de aanbidding van de Heer als de God van hemel en aarde en als de Rechter van het heelal, door de engelen van de hogere hemelen en de bevestiging van de dankzegging, van de belijdenis en van de viering van de Heer door de engelen van de lagere hemelen; en een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, gij al Zijn dienstknechten; en gij die Hem vreest, betekent de invloeiing uit de Heer in de hemel en zo de eensgezindheid van de engelen daarover dat allen die in de ware dingen van het geloof en in de goede dingen van de liefde zijn, en alleen de Heer vereren als de God van de hemel; zowel de kleinen als de groten, betekent hen die in mindere en meerdere graad de Heer vereren vanuit de ware dingen van het geloof en vanuit de goede dingen van de liefde; en ik hoorde evenals een stem van een grote schare en evenals een stem van vele wateren en evenals een stem van hevige donderslagen, zeggende: Halleluja, omdat regeert de Heer God de Almachtige, betekent de vreugde van de engelen van de laagste hemel, van de engelen van de middelste hemelen en van de engelen van de hoogste hemel, dat alleen de Heer regeert in de Kerk die nu komen zal; laten wij ons verheugen en opspringen en Hem de heerlijkheid geven, omdat de bruiloft van het Lam is gekomen, betekent de vreugde van de ziel en van het hart en vandaar de verheerlijking van de Heer; en Zijn Echtgenote zich bereid heeft, betekent dat zij die van deze Kerk, het Nieuwe Jeruzalem, zullen zijn, verzameld, ingewijd en onderricht worden; en haar is gegeven bekleed te worden met rein en glanzend fijn lijnwaad, betekent dat zij worden onderricht in de echte en zuivere waarheden, dor het Woord uit de Heer; en het fijn lijnwaad zijn de gerechtigheden van de heiligen, betekent dat zij die van de Kerk van de Heer zijn, door de ware dingen vanuit het Woord de goede dingen van het leven hebben; en hij zei tot mij: Schrijf, gezegend zij die tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam geroepen zijn, betekent één enkele engel vanuit de hemel gezonden tot Johannes en met hem sprekend over de Nieuwe Kerk van de Heer en zeggende dat het op aarde te weten gegeven zou worden, dat diegenen het eeuwige leven hebben, die de dingen opnemen die van die Kerk zijn; en hij zei: Deze zijn de ware woorden Gods, betekent dat dit geloofd moet worden omdat het uit de Heer is; en ik viel neer voor zijn voeten om hem te aanbidden; en hij zei: Zie, geenszins, uw mededienstknecht ben ik en van uw broeders, hebbende de getuigenis van Jezus; aanbid God, betekent dat de engelen van de hemel niet aanbeden en aangeroepen moeten worden, omdat zij in het geheel geen Goddelijke hebben, maar dat zij vergezelschapt zijn aan de mensen, zoals broeders aan broeders, aan hen die de Heer vereren en dat zo alleen de Heer in vergezelschapping met hen aanbeden moet worden; want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie, betekent dat de erkenning dat de Heer de God van hemel en aarde is en tegelijk het leven volgens Zijn geboden, in de universele zin het al van het Woord en van de leer daaruit is; en ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, betekent de geestelijke zin van het Woord uit de Heer onthuld, en daardoor het innerlijk verstand van het Woord geopenbaard; dit is de Komst van de Heer; en Die erop zat, wordt genoemd getrouw en waar, en Hij richt en strijdt in gerechtigheid, betekent de Heer ten aanzien van het Woord, dat Hij het Goddelijk Goede en het Goddelijk Ware Zelf is, waar vanuit Hij het gericht houdt; en Zijn ogen evenals een vlam vuurs, betekent de Goddelijke Wijsheid van de Goddelijke Liefde van de Heer; en op Zijn hoofd vele diademen, betekent de Goddelijke Ware dingen van het Woord uit Hem; hebbende een Naam geschreven die niemand kende dan Hijzelf, betekent dat niemand ziet hoedanig het Woord in zijn geestelijke en hemelse zin is, dan de Heer en aan wie Hij het onthult; en omkleed met een bekleedsel geverfd met bloed en Zijn Naam wordt genoemd het Woord Gods, betekent het Goddelijk Ware in de laatste zin of het Woord in de letter, dat geweld is aangedaan; en de heirlegers die in de hemelen zijn, volgden Hem op witte paarden, bekleed met wit en rein fijn lijnwaad, betekent de engelen in de Nieuwe christelijke hemel, die, omdat zij verbonden zijn met de Heer, in het innerlijk verstand van het Woord en zo in de zuivere en echte ware dingen waren; en vanuit Zijn mond ging een scherp slagzwaard voort, betekent de verstrooiing van de valse dingen door de leer daaruit, uit de Heer; opdat Hij daarmee de natiën zou slaan en Hij zal ze weiden met een ijzeren roede, betekent dat Hij allen die in het dode geloof zijn, door de ware dingen van de letterlijke zin van het Woord en door de redelijke dingen, zal overtuigen; en Hij treedt de persbak van de wijn der woede en van de toorn van God Almachtig, betekent dat de Heer alleen heeft verdragen alle boze dingen van de Kerk en alle geweld dat het Woord, dus Hemzelf, is aangedaan; en Hij heeft op Zijn bekleedsel en op Zijn dij de Naam geschreven: Koning der koningen en Heer der heren, betekent dat de Heer leert in het Woord hoedanig Hij is, namelijk dat Hij is het Goddelijk Ware van de Goddelijke Wijsheid en het Goddelijk Goede van de Goddelijke Liefde, dus dat Hij de God van het heelal is; en ik zag een engel staande in de Zon en hij riep met een grote stem, zeggende tot al de vogelen vliegende in het midden van de hemel: Komt, en vergadert u tot het Avondmaal van de grote God, betekent de Heer vanuit de Goddelijke Liefde en vandaar vanuit de Goddelijke IJver, roepend en samenroepend allen die in de geestelijke aandoening van het ware zijn en over de hemel denken, tot de Nieuwe Kerk en tot de verbinding met Zich en dus tot het eeuwige leven; opdat gij eet de vlezen der koningen en de vlezen der oversten over duizend en de vlezen der sterken en de vlezen der paarden en van degenen die daarop zitten en de vlezen van alle vrijen en knechten en kleinen en groten, betekent de toe-eigening van de goede dingen uit de Heer door de ware dingen van het Woord en van de leer daaruit, in elke zin, elke graad en elk geslacht; en ik zag het beest en de koningen der aarde en hun heirlegers vergaderd om oorlog te voeren met Hem Die op het paard zat en met Zijn heirleger, betekent dat alle innerlijk bozen die het geloof-alleen hebben beleden, met de voorgangers en hun aanhangers, de Goddelijke Ware dingen van de Heer in Zijn Woord zullen bestrijden en degenen zullen bestoken die vanuit de Nieuwe Kerk van de Heer zullen zijn; en het beest werd gegrepen en tevens de pseudoprofeet die de tekenen vóór het beest gedaan had, waardoor hij verleid had, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die het beeld ervan aanbaden, betekent al degenen die het geloof-alleen hebben beleden en innerlijk boos waren, zowel de leken en het gewone volk als de geestelijken en de geleerden, die door redeneringen en betuigingen, dat het geloof-alleen het enige middel van het heil is, anderen ertoe hebben gebracht om dat geloof op te nemen en om volgens dat te leven; deze twee zijn levend gezonden in de poel des vuurs brandend met zwavel, betekent dat zij allen, zoals zij waren, in de hel werden geworpen, waar de liefden van het valse zijn en tegelijk de begeerten van het boze; en de overigen werden gedood met het slagzwaard van Degene die op het paard zat, dat vanuit Zijn mond voortging, betekent dat al degenen uit allerlei ketterij onder de hervormden, die niet geleefd hebben volgens de geboden van de Heer in het Woord, welke zij kenden, vanuit het Woord gericht zijn en vergaan; en al de vogels werden verzadigd van hun vlezen, betekent dat de helse genieën vanuit hun begeerten van het boze, die hun eigen dingen zijn, als het ware worden gevoed.

ONTVOUWING

Na deze dingen hoorde ik evenals een stem van een grote schare in de hemel, zeggende: Halleluja, betekent de dankzegging, de belijdenis en de viering van de Heer door de engelen van de lagere hemelen vanwege de verwijdering van de Babyloniërs.

Met de grote schare in de hemel worden de engelen van de lagere hemelen aangeduid; met de stem ervan, zeggende: Halleluja, wordt aangeduid de dankzegging, de belijdenis en de viering van de Heer door hen; met Halleluja wordt in de Hebreeuwse taal aangeduid ‘looft God’, zo was het een woord van dankzegging, belijdenis en viering van de Heer vanuit de vreugde van het hart, zoals blijkt uit het volgende:

‘Zegen, o, mijn ziel, Jehovah, halleluja’, (Psalm 104:35).

‘Gezegend zij Jehovah, de God Israëls, van het eeuwige tot in het eeuwige en al het volk zegge: Amen, halleluja’, (Psalm 106:48).

‘Laten wij Jah zegenen van nu aan tot in het eeuwige’, (Psalm 115:18).

‘Alle ziel love Jah, halleluja’, (Psalm 150:6; Psalm 105:45; Psalm 106:1; Psalm 112:1; Psalm 113:1, 9; Psalm 116:19; Psalm 117:2; Psalm 135:3; Psalm 148:1, 14; Psalm 149:1, 9; 150:1).

Dat het is vanwege de verwijdering van de Babyloniërs, blijkt uit het voorgaande hoofdstuk, waarin over de Babyloniërs is gehandeld en daarom wordt er gezegd ‘na deze dingen’; en het blijkt uit wat volgt in vers 2 en 3 van dit hoofdstuk.

Dat het de engelen van de lagere hemelen zijn, die onder de grote schare in de hemel worden verstaan, staat vast uit vers 4 van dit hoofdstuk, waar gezegd wordt, dat de vierentwintig ouderen en de vier dieren aanbaden Degene Die op de troon zat, zeggende: Amen, halleluja, waaronder de engelen van de hogere hemelen worden verstaan.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl

De Bijbel

 

Psalm 112:1

Studie

       

1 Hallelujah! Aleph. Welgelukzalig is de man, die den HEERE vreest; Beth. die groten lust heeft in Zijn geboden.