Ware Christelijke Religie #36

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 853  
  

36. HET WEZEN VAN GOD, DAT DE GODDELIJKE LIEFDE EN DE GODDELIJKE WIJSHEID IS.

Wij hebben onderscheid gemaakt tussen het ‘Zijn’ van God en het ‘Wezen’ van God, aangezien er een onderscheid is tussen de Oneindigheid van God en de Liefde van God. De Oneindigheid heeft betrekking op het Zijn van God, en de Liefde op het Wezen van God, Want, zoals boven is gezegd, is het Zijn van God universeler dan het Wezen van God, evenals de Oneindigheid van God universeler is dan de Liefde van God. Om deze reden wordt het oneindige een toevoeging van de wezenlijke dingen en van de attributen van God, die alle oneindig worden genoemd, zoals men van de Goddelijke Liefde zegt, dat zij oneindig is, van de Goddelijke Wijsheid, dat zij oneindig is, evenzo van de Goddelijke Macht. Niet dat het Zijn van God eerder bestaan heeft, maar omdat het in het Wezen dringt als een samenhangende, bepalende, vormende en tevens verheffende toevoeging. Maar dit onderdeel van dit hoofdstuk dient, evenals de vorige, in onderstaande artikelen verdeeld te worden:

1. God is de Liefde zelf en de Wijsheid zelf, en deze twee maken Zijn Wezen uit.

2. God is het Goede zelf en het Ware zelf, aangezien het Goede tot de Liefde en het Ware tot de Wijsheid behoort

3. De Liefde zelf en de Wijsheid zelf zijn het Leven zelf, dat het Leven in zichzelf is.

4. De Liefde en de Wijsheid maken in God één uit.

5. Het wezen van de liefde is, anderen lief te hebben buiten zichzelf, één met hen te willen zijn, en hen vanuit zich gelukkig te maken.

6. Deze dingen van de Goddelijke Liefde waren de oorzaak van de schepping van het heelal en zijn de oorzaak van de instandhouding ervan.

Maar hierover punt voor punt.

  
/ 853  
  

Swedenborg Boekhuis Baarle Nassau, Netherlands Nederlandse vertaling door Henk Weevers 2010. Link markup by NCBSP.