Hemelse Verborgenheden in Genesis en Exodus #5977

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 10837  
  

5977. Dat er twee zijn, vindt hierin zijn oorzaak dat er twee geslachten van geesten in de hel zijn en twee geslachten van engelen in de hemel, waarmee de twee vermogens in de mens, namelijk de wil en het verstand, overeenstemmen; de geesten van het eerste geslacht worden eenvoudig ‘geesten’ genoemd en zij werken op de verstandelijke dingen en de geesten van het tweede geslacht worden ‘genieën’ genoemd en zij werken op de dingen van de wil; zij zijn ook ten strengste van elkaar onderscheiden; want zij die eenvoudig geesten worden genoemd, gieten valse dingen in; zij redeneren immers tegen het ware en zijn in het verkwikkelijke van hun leven wanneer zij kunnen voorspiegelen dat het ware het valse is en het valse als waar verschijnt; maar zij die genieën worden genoemd, gieten boze dingen in en werken op de aandoeningen en begeerten van de mens en ruiken in één ogenblik wat de mens verlangt; indien dit het goede is buigen zij dit hoogst bedreven om tot het boze; zij zijn in het verkwikkelijke van hun leven wanneer zij het voor elkaar krijgen dat het goede als het boze en het boze als het goede wordt waargenomen; het werd aan hen toegelaten om op mijn verlangens te werken, opdat ik zou weten van welke natuur zij zijn en hoe zij werken en ik kan bekennen dat zij, indien niet de Heer door engelen had gewaakt, die verlangens in begeerten van het boze zouden hebben verdraaid en dit op zo’n verborgen en stille wijze dat ik er nauwelijks iets van zou hebben bemerkt. Deze genieën hebben ook niets gemeen met degenen die geesten worden genoemd. Genieën bekommeren zich in het geheel niet om dat wat de mens denkt, maar alleen om wat hij liefheeft; de geesten echter bekommeren zich in het geheel niet om wat de mens liefheeft, maar om wat hij denkt; de genieën stellen het verkwikkelijke in zwijgen, de geesten echter vooral in spreken; zij zijn eveneens geheel en al van elkaar gescheiden: de genieën zijn in de hellen diep naar achteren en daar onzichtbaar voor de geesten en wanneer daar een blik in wordt geworpen, verschijnen zij als schaduwen die rondwentelen; de geesten echter zijn in de hellen aan de zijden en aan de voorkanten; vandaar nu komt het dat bij de mens een tweetal geesten uit de hel zijn.

  
/ 10837  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, van 2012 t/m 2021 op www.swedenborg.nl