Apocalyps Onthuld #804

Door Emanuel Swedenborg

Bestudeer deze passage

  
/ 962  
  

804. Het heil en de heerlijkheid en de eer en de macht zij de Heer onze God, betekent dat nu uit de Heer de zaliging is, omdat er nu opneming is van het Goddelijk Ware en het Goddelijk Goede vanuit Zijn Goddelijke mogendheid.

Met het heil zij de Heer onze God, wordt aangeduid de erkenning en de belijdenis dat uit de Heer de zaliging is; met de heerlijkheid en de eer zij de Heer onze God, wordt aangeduid de erkenning en de belijdenis dat uit de Heer het Goddelijk Ware en het Goddelijk Goede is, dus de opneming ervan, nrs. 249, 629, 693; met de macht zij de Heer onze God, wordt aangeduid de erkenning en de belijdenis dat de Heer de mogendheid heeft; zeggen dat de Heer zij het heil, de heerlijkheid, de eer en de mogendheid, is volgens de zin van de letter; zoals ook elders, dat de Heer de zegen zij; maar dit wordt in de geestelijke zin dat die dingen, omdat zij in de Heer zijn, ook uit de Heer zijn, dat zij nu voor de engelen en de mensen, met als oorzaak hiervan, dat de Babyloniërs zijn verwijderd en verworpen, die de invloeiing van die dingen uit de Heer onderschepten, verzwakten en verhinderden; evenzo als in de wereld zwarte wolken tussen de zon en de mensen staan, want evenals het licht van de zon van de wereld door de zwarte wolken die er tussen geplaatst zijn, wordt onderschept, verzwakt en verhinderd, evenzo werd het licht van de Zon van de hemel dit, namelijk de Heer, en wel door de tussengeplaatste donkerzwarte valsheden van de zijde van de Babyloniërs; de zaak is geheel en al eender, slechts dat het ene natuurlijk is en het andere geestelijk; ook verschijnen de valsheden in de geestelijke wereld zoals wolken, duister en donkerzwart volgens de hoedanigheid ervan; dit is eveneens de oorzaak, dat niet eerder dan na het Laatste Gericht de geestelijke zin van het Woord is onthuld en dat alleen de Heer de God van hemel en aarde is; door het Laatste Gericht immers zijn de Babyloniërs verwijderd en eveneens de hervormden die het geloof-alleen beleden en van wie de valsheden waren zoals grauwzwarte wolken, geplaatst tussen de Heer en de mensen op aarde; en eveneens waren zij zoals kouden, die de geestelijke warmte, namelijk de liefde van het goede en het ware, wegnamen.

  
/ 962  
  

Nederlandse vertaling door Henk Weevers. Digitale publicatie Swedenborg Boekhuis, 2017, op www.swedenborg.nl